!!!!! Les 3 formuleren (verwijzen naar personen of dingen)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga naar je plek, pak je spullen en begin aan de startopdracht.

Startopdracht: lees in je leesboek

- Lesboek Nieuw Nederlands

- Leesboek

- Schrift en pen

Jeugdjournaal

Bedenk 2 inhoudelijke vragen

(waarop je zelf het antwoord ook weet)

Wat gaan we doen?

1. Lesdoel en mededelingen

2. Terugblik

3. Formuleren

4. Aan de slag

5. Huiswerk en evaluatie

Mededelingen

Zijn er dingen die ik moet weten? 

Terugblik

Werkwoordspelling

Formuleren

Les 1

- Elke zin heeft een onderwerp en een persoonsvorm.

- Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met en leesteken.

De- en het-woorden

Les 2

- De-woorden zijn mannelijk of vrouwelijk

- Het-woorden zijn onzijdig

- Bij de-woorden gebruik je deze en die

- Bij het-woorden gebruik je dit en dat

Verwijswoorden

Les 2

- Verwijswoorden verwijzen meestal terug naar iets.

- Deze en die gebruik je bij de-woorden en meervoud

- Dit en dat gebruik je bij het-woorden

Huiswerk bespreken

De uitgedeelde opgaven

Verwijzen naar personen en dingen

Aan de slag

- Werk in stilte

- Maak: de uitgedeelde opgaven

- Vragen? Steek je vinger op

 - Klaar? Werk in Numo aan je taak.

Lesdoelen

1. Ik kan bepalen of een zelfstandig naamwoord het lidwoord de of het krijgt.

2. Ik kan de verwijswoorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken.

Evaluatie

Wat heb je geleerd deze les?

Wat ging er goed?

Wat kan beter?