Clase 15_P1 3HV Cap5 Verbos irregulares -2

¡Bienvenidos a tu clase de español!
15
Hoy es jueves, 
28 de octubre 
de 2021
1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos a tu clase de español!
15
Hoy es jueves, 
28 de octubre 
de 2021

Slide 1 - Slide

Prepárate para esta clase
Maak je klaar voor de les
timer
1:00
¡Importante!
  • Tu portátil aún está cerrado; 
    Je laptop is nog dicht.
  • Tu móvil está apagado, puesto en tu bolsa/mochila*, la cual está al suelo; Je mobiel is uitgeschakeld én zit in je tas/rugzak*, op de grond.
  • Siempre tienes tu cuaderno, tu portátil y un bolígrafo;
   Schrift, laptop + pen heb je altijd bij je.
  • ¡Haz caso y guarda el silencio!;
    Let op! Oren open en wees stil!...
  • ¡Enfócate! Focus jezelf!


Slide 2 - Slide

1) Verder met de Onregelmatige ww met klankveranderingen in de stam :
(e > i) , (o > ue) , (u > ue) (e > ie)
-quiz en opdrachten
2)  Verbuga gebruiken met nieuwe werkwoorden. (10 minuten mee oefenen
3 Vocabulario oefenen 5.1, 5.2 y 5.3

  
El programa de hoy

Slide 3 - Slide

Los objetivos de esta clase

1. Jullie gaan in deze les verder leren hoe je in het Spaans werkwoorden kunt vervoegen waarbij er een klankverandering in de stam 
2. Jullie gaan leren hoeveel verschillende klankveranderingen daarvan  zijn en maken oefeningen daarover.
De doelen voor deze les

Slide 4 - Slide

Proefwerk 4 november a.s.
In dit PW wordt je getest op:
  1. - Leesvaardigheid
  2. - Luistervaardigheid (breng je koptelefoon/ oortjes mee!)
  3. -Werkwoorden uit de unidad de repaso (HAY, SER, ESTAR, TENER, IR GUSTAR + regelmatige ww -AR, -ER, -IR) 
  4. -Wederkerende werkwoorden  (-SE)
  5. -Werkwoorden met klankveranderingen
  6. - Kloktijden*
  7. - Getallen t/m 1 miljoen*
  8. - Nabije toekomende tijd ( Ir + A + WW)*
  9. - Vocabulario Unidad 5:  5.1 t/m 5.3 (ESP >NL /  NL> ESP) (p. 67-68 PA WB)
Jueves,
4 de noviembre de 2021

Slide 5 - Slide

Schrijf de volgende getallen in het Spaans:

344, 1.996, 512, 738, 10.500, 289, 6.077 y 421

Slide 6 - Open question

Verbos irregulares
Er zijn onregelmatige werkwoorden:
  1. - die geheel afwijken (zoals SER, IR)
  2. - waar alleen de 1e persoon afwijkt. (zoals ESTAR)
  3. - die klinkerwisselingen in de stam hebben. (zoals QUERER)
  4. - waar de eerste persoon afwijkt én die een klinkerwisseling hebben. (zoals TENER)
  5. - bij nosotros en vosotros is er geen klankverandering

Onregelmatige werkwoorden

Slide 7 - Slide

Waar of niet waar:
"De y (of i) gebruik je ook tussen de honderdtallen en tientallen"
A
Verdadero (waar)
B
Falso (niet waar)

Slide 8 - Quiz

Schrijf de getallen in het Spaans; nummer onder elkaar van 1 t/m 6 en gebruik 1 spatie voor je antwoord
346.643,
1.996,
5.116,
738,
10.542,
48.227

Slide 9 - Open question

Welke uitgang krijgen deze werkwoorden in de YO-vorm? 
Sleep de hele werkwoorden naar de vervoeging toe.
-OY
-GO
-ZCO
-O
conocer
tener
saber
traducir
salir
poner
ver
estar
hacer
dar
venir
decir*
ofrecer
conducir
seguir*

Slide 10 - Drag question

Vul de juiste vorm in van 'DORMIR' bij de volgende zin:

Cada noche Esmée _______ nueve horas
A
dormimos
B
duermes
C
duermo
D
duerme

Slide 11 - Quiz

Vul de juiste vorm in van 'QUERER' bij de volgende zin:

Mañana nosotros ________ comer churros con chocolate. ¿ Qué ______ tú?
A
queremos/ quiero
B
queremos/quieres
C
quieren/quieres
D
queréis/quiero

Slide 12 - Quiz

Vul de juiste vorm in van 'EMPEZAR' bij de volgende zin:

A menudo * , yo ______ la clase con una historia.


*) a menudo = vaak
A
empeza
B
empiezo
C
empieza
D
empezamos

Slide 13 - Quiz

Ir + A + heel werkwoord: Zet de zin in de toekomende tijd:
"Yo escucho música en el sofá y tú lees un libro."
A
yo voy a escuchar/tú leer
B
yo voy a escucho/ tú vas a leo
C
yo vamos a escucho / tú vas a leer
D
yo voy a escuchar / tú vas a leer

Slide 14 - Quiz

0

Slide 15 - Video

Werkwoorden met klankverandering in de stam 
(pág. 49 de tu libro rojo)
Hay 4 grupos:
1.  cerrar (e >ie)
2. poder ( o>ue)
3. jugar (u_ue)
4. pedir (e>i)

Slide 16 - Slide

Unos ejemplos
1. cerrar (e >ie) : sentir, empezar, perder ,querer y tener

2. poder (o>ue): encontrar, costar, dormir y volver

3. jugar (u>ue): -

4.pedir (e>i): servir, vestir, repetir y seguir
TAREA: Zoek de betekenis van deze werkwoorden op (10m) en schrijf ze in je schrift.

Slide 17 - Slide

unos ejemplos
1. cerrar (e >ie) : sentir, empezar, perder ,querer y tener
>> voelen, beginnen, verliezen, willen, hebben
2. poder (o>ue): encontrar, costar, dormir y volver
>> kunnen, ontmoeten /tegenkomen, kosten, slapen, terugkeren
3. jugar (u>ue): - spelen
4.pedir (e>i): servir, vestir, repetir y seguir
>> vragen/ bestellen, serveren, aankleden, herhalen, volgen
TAREA: Zoek de betekenis van deze werkwoorden op (10m) en schrijf ze in je schrift.

Slide 18 - Slide

¿Qué vas a hacer?: hacer tareas 17, 18 y 19. 
LEES EERST GOED p 68-70 voordat je aan de opdrachten begint
¿Qué necesitas?:  Tu libro verde: páginas 73-75
¿Cómo?: Tú trabajas solo o sola ; Alleen, zelfstandig werken 

¿Cuánto tiempo?: 20 minutos
Objetivo (doel): Je oefent met dit grammatica-onderdeel voor het PW

He terminado la tarea ¿y ahora?/ Klaar, en nu?
Verder leren >>>> voca 5.1 , 5.2, 5.3 en 
ww roze blad.(25-40) daarna leesboekje
Trabajo autónomo
-
Zelfstandig werk
Paso a paso: Stappenplan 

Slide 19 - Slide

APRENDER (LEREN):  
voca 5.1 , 5.2 en 5.3 (WB of via Quizlet)
+ Werkwoorden 25-40

HACER (MAKEN):
Libro verde: ejercicios 13, 14, 15 en 16 


Los deberes para la próxima clase
(het huiswerk voor de volgende les...)
¡Mucha suerte!; Veel succes!

Slide 20 - Slide

y... ¿Qué has aprendido hoy?
¿Hay preguntas? (zijn er vragen?)

Slide 21 - Slide