voegwoorden nadat en voordat

Voegwoorden 

nadat 

voordat
1 / 10
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Voegwoorden 

nadat 

voordat

Slide 1 - Slide

maak er 1 zin van:


Het meisje doet haar trommel open.
Het meisje eet haar boterham op. 

nadat 

Slide 2 - Slide

maak er 1 zin van:


De jongen doet het hete water in het kopje. 
De jongen drinkt zijn thee op. 

nadat 

Slide 3 - Slide

maak er 1 zin van:

Hugo kocht een nieuwe auto.
Hugo heeft een prijs gewonnen. 


nadat 

Slide 4 - Slide

maak er 1 zin van:

De meester zet ons aan het werk.
De meester heeft alles uitgelegd.


nadat 

Slide 5 - Slide

Voegwoorden 

nadat 

voordat

Slide 6 - Slide

maak er 1 zin van:

Ik ga afwassen.
Ik pak de afwasborstel en het afwasmiddel. 
voordat  

Slide 7 - Slide

maak er 1 zin van:

Juf zegt: 'pak je pen en je gum' .
'maak al je rekensommen'. 
voordat  

Slide 8 - Slide

maak er 1 zin van:

Kijk goed of er geen gat in je sok zit.
Trek je sok aan. 
voordat  

Slide 9 - Slide

maak er 1 zin van:

Je moet eerst veel oefenen.
Je kan goed voetballen. 
voordat  

Slide 10 - Slide