Les 11

H1: Arm & Rijk
Huygens College - 3TL
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H1: Arm & Rijk
Huygens College - 3TL

Slide 1 - Slide

Programma
Binnenkomst + absentie (5 min)
Bespreken huiswerk (12 min)
Lesdoelen (5 min)
Uitleg + verwerking 'honger' (20 min)
Aan het werk (10 min)
Afsluiting (8 min)

Slide 2 - Slide

Bespreken/ maken huiswerk
Hoe: In groepjes van 3 of 4 leerlingen bespreek je de opdrachten hieronder + klassikaal vraag 3 en 6. Of: je maakt de vragenindividueel en zonder te praten.


Wat?
Werkboek bladzijde 26 + 27
Vraag 1 + 2 + 3 + 4 + 6

Tijd: 6 minuten (groepjes) + 6 minuten (klassikaal)

Klaar? Lees paragraaf 1.8 door.
timer
12:00

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. het verschil tussen kwalitatieve- en kwantitatieve honger uitleggen;
2. uitleggen wat het verschil in gezondheid tussen mensen te maken heeft met het verschil in welvaart tussen mensen;
3. op een kaart de gezondere en minder gezonde gebieden in de VS en Nigeria aanwijzen;
4. uitleggen wat het verschil is tussen armoedeziekten en omgevings-gerelateerde ziekten en kun je van beiden voorbeelden geven.

Slide 4 - Slide

Soorten honger
Er bestaan twee soorten honger: 
1. Kwalitatieve honger = je eet te ongezond ->  te vet, te weinig voedingsstoffen, vitamines en mineralen of te eenzijdig (= elke dag hetzelfde)
2. Kwantitatieve honger = je eet te weinig (kwantiteit = hoeveelheid)

Daarnaast wordt er onderscheidt gemaakt tussen:
A. Overvoeding = je eet te veel en te veel ongezond eten
B. Ondervoeding = je eet te weinig of te eenzijdig

Zowel in de VS als in Nigeria komen beiden voor!

Slide 5 - Slide

Honger in de VS
In de VS komen alle soorten honger voor ->
1. Kwalitatieve honger + overvoeding -> arme mensen eten vaak  te weinig vitaminen en mineralen + te vet eten.
2. Kwantitatieve honger + ondervoeding -> arme mensen eten vaak te weinig.

Maar hoewel er in de VS armoede bestaat, is het overwegend een rijk land (= regionale verschillen). Er sterven daardoor weinig mensen aan ondervoeding.

Maar ongezond eten leidt in de VS wel tot welvaartziekten zoals hart en vaatziekten, obesitas, kanker en problemen met de luchtwegen.
Omdat arme mensen vaker ongezond eten, leiden ook meer arme mensen aan deze welvaartziekten.



Slide 6 - Slide

Maak de volgende zin kloppend:

Hoe armer een groep mensen, hoe ... zij eten en hoe ... de kans op welvaartziekten.

Slide 7 - Open question

Welke etnische groep in de VS zal het meest te maken hebben met welvaartziekten?
A
Blanken
B
Aziaten
C
Latino's
D
Afro-Amerikanen

Slide 8 - Quiz

Leg je keuze voor het antwoord op de vorige vraag uit.
Dus: waarom heb je voor deze groep gekozen?
(Denk aan het juiste verband!)

Slide 9 - Open question


Bedenk wat de Amerikaanse overheid zou kunnen doen om dit soort situaties te voorkomen.

Slide 10 - Open question

Honger in Nigeria
In Nigeria komen ook alle soorten honger voor ->
1. Kwalitatieve honger -> arme mensen eten vaak te eenzijdig en te weinig vitaminen en mineralen.
2. Kwantitatieve honger + ondervoeding -> arme mensen eten vaak te weinig
3. Overvoeding -> rijke mensen eten te veel en te vet.

Maar let op: In Nigeria sterven maar weinig mensen aan overvoeding omdat veel mensen arm zijn. 
Maar in Nigeria overleiden wel veel mensen aan armoedeziekten.


Slide 11 - Slide

Ziekten in Nigeria
Armoedeziekten in Nigeria worden veroorzaakt door:
1. Een gebrek aan veilig drinkwater en zuivere toiletten
2. Kinderen zijn niet ingeënt tegen besmettelijke ziekten
3. Medicijnen zijn niet te krijgen of veel te duur
4. Tekort aan doctoren
5. Ondervoeding -> kwalitatieve (= te eenzijdig + te weinig vitaminen en mineralen) en kwantitatieve honger (= te weinig eten)

Gevolg: er is een hoge zuigelingensterfte (=sterfte van baby's) en lage levensverwachting.

Slide 12 - Slide

Maak de volgende zin kloppend:

Hoe armer een groep mensen, hoe ... de kans op armoedeziekten.

Slide 13 - Open question

Welk deel van Nigeria zal het meest te maken hebben met armoedeziekten?
A
Noorden
B
Westen
C
Oosten
D
Zuiden

Slide 14 - Quiz

Leg je keuze voor het antwoord op de vorige vraag uit.
Dus: waarom heb je voor dit deel van Nigeria gekozen?
(Denk aan het juiste verband!)

Slide 15 - Open question


Bedenk wat de Nigeriaanse overheid zou kunnen doen tegen dit soort situaties.

Slide 16 - Open question

Ziekten in Nigeria
In Nigeria komen naast armoedeziekten ook omgevings-gerelateerde ziekten voor.
Omgevings-gerelateerde ziekten = ziekten die alleen in een bepaald gebied voorkomen.
Woon je bijvoorbeeld naast een snelweg dan zul je eerder last hebben van astma.

Omdat Nigeria een tropisch klimaat heeft, komen er tropische ziekten voor.
Een voorbeeld hiervan is malaria
Malaria is dus een omgeving-gerelateerde ziekte.

Gevolg: er is een hoge zuigelingensterfte (=sterfte van baby's) en lage levensverwachting.

Slide 17 - Slide

Aan het werk
Hoe: In groepjes van 4 leerlingen maken jullie de opdrachten hieronder. 

Hulp: Komen jullie er onderling niet uit dan kijk je eerst in je boek. Lukt het echt niet, dan roep je de juf!

Tijd: 10 minuten

Wat?
Tekstboek bladzijde 26 tm 29
Werkboek bladzijde 28 en 29 vraag 1 + 4 + 6
Werkboek bladzijde 30 en 31 vraag  1ac + 4 + 5

Klaar? Als je klaar bent maak dan ook vraag 7 (paragraaf 1.8) en vraag 6 (paragraaf 1.9)
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Afronding
Wat hebben we geleerd?
Hoe hebben we meegedaan?
Huiswerk

Slide 19 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. het verschil tussen kwalitatieve- en kwantitatieve honger uitleggen;
2. uitleggen wat het verschil in gezondheid tussen mensen te maken heeft met het verschil in welvaart tussen mensen;
3. op een kaart de gezondere en minder gezonde gebieden in de VS en Nigeria aanwijzen;
4. uitleggen wat het verschil is tussen armoedeziekten en omgevings-gerelateerde ziekten en kun je van beiden voorbeelden geven.


Slide 20 - Slide

Wat heb ik deze les geleerd?

Slide 21 - Open question

Hoe heb ik deze les meegedaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Huiswerk
Tekstboek bladzijde 26 tm 29
Werkboek bladzijde 28 en 29 vraag 1 + 4 + 6 (vraag 7 maak je als controle voor jezelf)
Werkboek bladzijde 30 en 31 vraag 1ac + 4 + 5 (vraag 6 maak je als controle voor jezelf)

Slide 23 - Slide