H7 verbanden examentraining

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 4

H7 verbanden examentraining

H7 verbanden

Onderwerpen die aanbod komen zijn:
- Formules opstellen (lineair- , kwadratisch- en exponentieelverband)
- Van formule naar tabel gaan
- Van grafiek naar formule gaan
- Somformule en verschilformule

- Parabolen (kwadratisch verband, wortelverband)

- groeifactor

-verschillende verbanden

-vergelijkingen oplossen (aflezen, inklemmen, balansmethode)

extra instructie video's

Wanneer is er sprake van een verband?

1. Als er een ongeluk is gebeurd
2. Als de variabelen met elkaar te maken hebben.
3. Als de variabelen niets met elkaar te maken hebben.

Wat is een variabele

1. een getal
2. het moet altijd een hoofdletter zijn
3. een letter waarvoor je een getal in kunt vullen

Theorie A

-> aangeven wat de afkortingen (variabelen) betekenen!

Wanneer gebruik
je een scheurlijn?

Theorie B

Hoe teken je een grafiek van een lineair verband?

• bepaal de getallen op de as -> assen niet langer dan 10 cm
• x=0 en laatste getal horiz. as invullen
• vert. as evt scheurlijn
• teken de punten en trek de lijn, maak 'm zo lang mogelijk

Wat is een minimum?

Wat is een maximum?

theorie D

Regelmaat -> 

deling -> toename onder: toename boven => R.C.

uitkomst steeds hetzelfde -> regelmaat

voorbeeld

Theorie E

Formule kiezen bij een tabel

• Neem een formule -> vul 0 in
• klopt de uitkomst met de tabel?
• ja -> probeer nog een andere
• (nee -> probeer de andere formule)
• als het allebei de keren klopt dan heb je de juiste formule

Theorie F

van tabel naar formule -> wat heb je nodig?

• begingetal
• R.C.

variabele = 0

toename onder: toename boven

Theorie G

van grafiek naar formule -> wat heb je nodig?

• begingetal
• R.C.

begingetal op verticale as

R.C. -> berekenen

Theorie H

R.C. berekenen

toename verticaal: toename horizontaal

Een lijn is evenwijdig als....

1. allebei de lijnen dezelfde R.C. hebben
2. allebei de lijnen hetzelfde begingetal hebben.

Een lijn begint op dezelfde hoogte op de verticale as als...

1. de lijnen dezelfde R.C. hebben
2. de lijnen hetzelfde begingetal hebben

Theorie G

van grafiek naar formule -> wat heb je nodig?

• begingetal
• R.C.

begingetal op verticale as

R.C. -> berekenen

Maken opgave 25 en 26

Theorie H

R.C. berekenen

toename verticaal: toename horizontaal

De R.C. berekenen

Toename verticaal
Toename horizontaal

______________________

staat bij de horizontale as

stijggetal

begingetal

staat bij de verticale as

7,5

5

tijd in uren

inkomsten in euro's

staat bovenin de tabel

stijggetal

begingetal

staat onderin de tabel

750

500

tijd in uren

aantal kopieën

 Som- en verschilformule

• Somformule?

• Verschilformule van Sita - Ayla?

• Verschilformule van Ayla - Sita?

De somformule van
en
is

h=7d+3

2d−1=h

1. h=5d−2
2. h=14d−2
3. h=9d+2
4. h=9d​2​​+2

Wat is het startgetal en het helling getal van de somformule?

1. Startgetal: 100 Hellingsgetal: 25
2. Startgetal: 150 Hellingsgetal: 15
3. Startgetal: 150 Hellingsgetal: 25
4. Startgetal: 50 Hellingsgetal: 25

Wat is het hellingsgetal voor de somformule?

1. 4
2. 14
3. 10
4. 1

Maak van de 2 formules een verschilformule.
inhoud = 15 + 6p
inhoud = -5 + 4p
Wat is de verschilformule

1. inhoud = 10 + 6p
2. inhoud = 20 + 2p
3. inhoud = 10 + 2p
4. inhoud = 15 + 2p

Schrijf de verschilformule op.

1. b = 5 + 13w
2. b = 13 - 5w
3. b = 13 + 5w
4. b = -5 + 13w

• Wat is het begingetal van de grafiek van Jaap?
• Wat is het stijggetal van de grafiek van Jaap?
• Maak de formule die bij de grafiek hoort. 

Wat is de groeifactor?

t	0	1	2	3
Aantal	100	150	225	337,5

Wat is de groeifactor?

t	0	1	2	3
Aantal	220	176	140,8	112,64

Geef de formule bij de tabel

t	0	1	2	3
Aantal	100	150	225	337,5

Tekst

Welk verband is dit?

t	2	3	4
H	100	200	400

1. lineair
2. exponentieel
3. kwadratisch
4. wortel

Wat is de groeifactor?

t	2	3	4
H	100	200	400

1. 1
2. 2
3. 1,5
4. 4

Wat is het begingetal?

t	2	3	4
H	100	200	400

1. 100
2. 0
3. 50
4. 25

Wat is de toename van dag 5 naar dag 6(t in dagen) Afronden op helen

Aantal=450⋅1,75​t​​

Geef de formule

t	2	3	4
H	100	200	400

1. H= 100 * 2^t
2. t=100*2^H
3. H=25*2^t
4. t=25*2^H

Wat is de toename in de 3e week?

week 1	week 2	week 3	week 4
100	300	375	550

Wat is het Aantal op dag 3 (t in dagen) Afronden op helen

Aantal=450⋅1,75​t​​