Inversie

Inversie
Omkeren van de gewone volgorde
Onderwerp + persoonsvorm
1 / 15
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Inversie
Omkeren van de gewone volgorde
Onderwerp + persoonsvorm

Slide 1 - Slide

Morgen gaat hij naar Limburg
A
inversie
B
geen inversie

Slide 2 - Quiz

Hij gaat daar carnaval vieren
A
inversie
B
geen inversie

Slide 3 - Quiz

Gaat hij dan zondags wel naar de kerk?
A
inversie
B
geen inversie

Slide 4 - Quiz

Ik denk het niet
A
inversie
B
geen inversie

Slide 5 - Quiz

Maakt hij het niet te bont?
A
inversie
B
geen inversie

Slide 6 - Quiz

Thuis houdt hij het altijd rustig
A
inversie
B
geen inversie

Slide 7 - Quiz

Inversie mag soms
Vragende zin
De zin NIET met het onderwerp, maar met een ander zinsdeel begint

Slide 8 - Slide

Waar gaat het vaak mis
Bij samengestelde zinnen
Bepaal bij de volgende zinnen 
A: of er sprake is van inversie
B: of het mag
C: hoe je het op kunt lossen wanneer het niet mag

Slide 9 - Slide

Vanochtend stapte hij in de douche en waste hij zich daarna snel

Slide 10 - Open question

Hij poetste zijn tanden en kleedde hij zich aan.

Slide 11 - Open question

Zijn moeder maakte het ontbijt maar hij lustte de pindakaas niet

Slide 12 - Open question

Ontstemd sprong hij op de fiets en trapte hij daarna naar school

Slide 13 - Open question

Daar zag hij zijn meisje maar zij zag hem niet komen

Slide 14 - Open question

Opdracht
Maak oefening 16 a en 16 b op blz 150 van Vlekkeloos Nederlands

Slide 15 - Slide