SEMANA 1

SEMANA 1
En el hotel para teléfonos 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

SEMANA 1
En el hotel para teléfonos 

Slide 1 - Slide

1. Wali
2. Sasha
3. Chloé
4. Elliot
5. Farihana
6. Maia
7. Hadi
8. Lukas
9. Elia
10. Isabella
11. Alon
12. Kebba
13. Nassim
14. Jamarcus
15. Yevheniia
16. Om
17. Precious 
18.Samai
19.Roman
20. Louay
21.Alisa
22.Abdullah
23.Emmanuel
24.Jules
25.Kinsey

Slide 2 - Slide

EL PLAN PARA HOY
1. Wensen voor het nieuwe jaar - En español AND Números 1-20
2. Bijondere Nieuwjaar tradities - quiz
3. Opdracht - kopen 12 iets  11.00 - 11.25
3. LAS UVAS! 9.30-9.45 
4. How do you celebrate in your home country?
(in google classroom)





Slide 3 - Slide

Happy new year in español

_____ ____ _____ ______ ______

_____ _____ ______ 

______ ______ ______ ______ ______

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Los números
Recuerdas?
When you are done, write three sentences using los números en espanol. 
Ejemplo: Mi hermano tiene ocho años

Slide 6 - Slide

EL PLAN PARA HOY
1. Wensen voor het nieuwe jaar - En español AND Números 1-20
2. Bijondere Nieuwjaar tradities - quiz
3. Opdracht - kopen 12 iets  9.05 - 9.30
3. LAS UVAS! 9.30-9.45 
4. How do you celebrate in your home country?
(in google classroom)





Slide 7 - Slide

 Bijzondere Nieuwjaar tradities  
Vamos a ver 8 (ocho) interesante tradiciones de nuevo año
-Quiz style-



Slide 8 - Slide

welk land viert het nieuw jaar eerst?
A
Australia
B
Nieuw Zeeland
C
Pacific Islands
D
Borneo

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Map

loden vormen
formas de plomo
A
Alemania
B
Bulgaria
C
Romanía
D
Portugal

Slide 11 - Quiz

ropa interior (ondergoed)
amarilla en...
A
Grecia
B
Perú
C
Argentina
D
Brasil

Slide 12 - Quiz





 ropa interior roja en...
 
       

A
Rusia
B
Alemania
C
Marruecos
D
España

Slide 13 - Quiz

Tirar platos en la puerta de alguien. Borden gooien tegen iemands deur in...
A
Grecia
B
Escocia
C
Dinamarca
D
Irlanda

Slide 14 - Quiz

Comen Lentejas en
A
Portugal
B
Francia
C
Italia
D
Andorra

Slide 15 - Quiz


cebollas (uien) en la puerta en...
A
Portugal
B
Turquía
C
Grecia
D
Francia

Slide 16 - Quiz


In het ijs duiken in...
A
Canadá
B
Islandia
C
Dinamarca
D
Suecia

Slide 17 - Quiz

EL PLAN PARA HOY
1. Wensen voor het nieuwe jaar - En español AND Números 1-20
2. Bijondere Nieuwjaar tradities - quiz
3. Opdracht - kopen 12 iets  9.05 - 9.30
3. LAS UVAS! 9.30-9.45 
4. How do you celebrate in your home country?
(in google classroom)





Slide 18 - Slide

opdracht voor de 12 uvas:
1. Denk aan de wensen voor je 12 uvas  
2. Je hebt tot 11.40 om je 12 iets te kopen 

3. Wilt iemand (max. 2) de host zijn en de 12 klokkenspel doen?


Slide 19 - Slide

PAUSA
9.05-9.30

Slide 20 - Slide

EL PLAN PARA HOY
1. Wensen voor het nieuwe jaar - En español AND Números 1-20
2. Bijondere Nieuwjaar tradities - quiz
3. Opdracht - kopen 12 iets  9.05 - 9.30
3. LAS UVAS! 9.30-9.45 
4. How do you celebrate in your home country?
(in google classroom)





Slide 21 - Slide

Las 12 uvas

Slide 22 - Slide

VAMOS A CELEBRAR 
EL AÑO NUEVO
Get the 12 items ready

Slide 23 - Slide

1. Bal komt naar beneden
2. Wacht op de kwarten - jullie horen: cuartos! (dubbelslag)
3. 1 klokslag = 1 uva (of item) - denk aan je wensen
3. Als sw 12 klokslagen klaar zijn zeggen jullie tegelijkertijd: 
                     FELIZ AÑO NUEVO

Slide 24 - Slide

Las 12 campanadas de Nochevieja
                 31 de diciembre

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

EL PLAN PARA HOY
1. Wensen voor het nieuwe jaar - En español AND Números 1-20
2. Bijondere Nieuwjaar tradities - quiz
3. Opdracht - kopen 12 iets  9.05 - 9.30
4. LAS UVAS! 9.30-9.45 
5. - Een wens voor het niuew jaar 
     - How do you celebrate NYE? (In GC)





Slide 27 - Slide

Nuestras tradiciones / our nieuwjaar tradities  
1. Maak tenminste een wens voor het nieuw jaar in het Spaans. 
2. How did you celebrate the New Year? 
Optional: would you like to present it to the class?

Slide 28 - Slide

¿Qué hacemos hoy?
Leerdoelen:

1. Ik herhaal het werkwoord 'gustar' & het gebruik ervan


2. Ik herhaal het gebruik van het werkwoord 'estar' & 
     ik breid mijn kennis hierover uit









Slide 29 - Slide

4
9

Slide 30 - Slide

Het werkwoord 'gustar' 
Het werkwoord 'gustar' betekent:
--> iets leuk/lekker/tof vinden/
ergens van houden
Het is een werkwoord dat je op
een bijzondere manier gebruikt!

slechts 2 vormen: gusta - gustan

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Gustar (houden van)
Gusta wordt gevolgd door:
een zelfstandig naamwoord enkelvoud óf door een werkwoord
    me gusta cenar en un restaurante - me gusta la música

Gustan wordt gevolgd door:
een zelfstandig naamwoord in het meervoud
    me gustan las vacaciones (=de vakantie)

Slide 33 - Slide

¿Qué (=wat) te gusta hacer (=om te doen)?

Slide 34 - Slide

1. Schrijf in je boek (p.64 of op een kladblaadje) 'gusta' of 'gustar' op.

2. Vertaal de zinnen 
naar het Nederlands.
timer
10:00

Slide 35 - Slide

Respuestas
1. 
1. gusta                       basketbal
2. gustan                    honden
3. gusta                       koffie
4. gustan                    films
5. gusta                       feest
6. gusta              middagdutje
7. gusta              zonnebaden
8. gustan                    pinda's
9. gustan          dagen met zon
10. gusta                    

Slide 36 - Slide

''Spaans tekenraadsel''
- In groepjes van 3 of 4
- 1 leerling kiest een woord, tekent dit en de rest van de groep moet raden wat er getekend is.
- De groepsleden werken samen en wisselen ideeën uit
- Elk groepslid krijgt 2 minuten om te tekenen, na elke ronde wisselt de tekenaar
- de groep die het woord als eerst correct raadt, krijgt een punt

*De persoon die tekent, mag niet praten

Slide 37 - Slide