Quiz Kapitel 5 + 6

Quiz Kapitel 9
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Quiz Kapitel 9

Slide 1 - Slide

WORTSCHATZ
Niederländisch - Deutsch
Deutsch - Niederländisch

4 punkten

Slide 2 - Slide

Welk lidwoord hoort bij
"Preis"
A
der
B
die
C
das

Slide 3 - Quiz

Wat is de vertaling van het onderstreepte woord?

"Ich bekomme jeden Monat Taschengeld"

Slide 4 - Open question



Welk woord past niet in deze rij

die Sahne - der Käse - der Supermarkt - das Obst
A
die Sahne
B
der Käse
C
der Supermarkt
D
das Obst

Slide 5 - Quiz

die Tasche
der Schinken
der Konditorei
der Pfeffer
sonst
bar
banketbakkerij
contant
anders
peper
tas
ham

Slide 6 - Drag question

Grammatik


4 punkten

Slide 7 - Slide

Kai, darf er bei (jullie) ___ sitzen.


A
uns
B
euch
C
dir
D
mir

Slide 8 - Quiz

Vul het persoonlijk voornaamwoord in de derde naamval in.

"Die Dose ist von (mij) ______.

Slide 9 - Open question

Wanneer gebruik je de persoonlijke voornaamwoorden in de derde naamval
A
Wanneer je het onderwerp van de zin moet invullen.
B
Wanneer bijv. "zu"of "bei" in de zin staat.
C
Wanneer bijv. "durch" of "gegen" in de zin staat
D
Wanneer je het lijdend voorwerp van de zin moet invullen

Slide 10 - Quiz

Wat is de vorm van "er" (hem) in de derde naamval?

Slide 11 - Open question

Sprachmittel


2 punkten

Slide 12 - Slide

Hoe zeg je?
"ik zit in de tweede klas"

Slide 13 - Open question

Hoe zeg je?
"Mijn hobby is voetballen"

Slide 14 - Open question