oefening thema LICHT

1 / 11
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Als ergens licht op valt dan krijg je schaduw. Er zijn verschillende soorten schaduw: 

Eigenschaduw: Dit is de schaduw die ontstaat óp het belichte object. Het benadrukt de vorm van dat object en geeft het object plasticiteit. 




 Slagschaduw: De slagschaduw is de schaduw
die een belicht voorwerp werpt op zijn omgeving (dit kan bijvoorbeeld een ander object zijn). Deze schaduw is geen onderdeel van het object maar van zijn omgeving, en benadrukt de ruimte. 

Slide 3 - Slide

Is er in deze afbeelding sprake van een natuurlijke of een kunstmatige lichtbron?
A
kunstmatig
B
natuurlijk
C
beide
D
geen van beide

Slide 4 - Quiz

Clair-obscur: techniek waarbij er een groot contrast ontstaat tussen licht en donker

Slide 5 - Slide

Waarom zou een schilder clair-obscur toe willen passen?

Slide 6 - Open question

Caravaggio - de gevangenneming van christus

Slide 7 - Slide

Als er licht valt op een voorwerp ontstaan er op dat voorwerp lichte en donkere plekken. Wanneer is er bij een voorwerp sprake van 'plasticiteit'?
A
Dat er extra veel schaduw op het voorwerp valt
B
Dat je het voorwerp kunt smelten tot een plasje
C
Dat het voorwerp er ruimtelijk uitziet
D
Dat er natuurlijk licht op schijnt

Slide 8 - Quiz

Zijlicht
Eigenschaduw
Slagschaduw

Slide 9 - Drag question

In deze afbeelding zie je:
A
tegenlicht
B
meelicht
C
strijklicht
D
zijlicht

Slide 10 - Quiz

Kijk op thomaskunst.nl voor meer theorie en begrippen bij het thema 'licht' zodat je verschillende dingen kunt benoemen in je kunstanalyse.


Slide 11 - Slide