FROHES NEUES JAHR - 6.01.2025

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2-5

Wie waren deine Ferien?

Weißt du noch?

Geslacht van een woord bepalen

-mannelijk = der

-vrouwelijk = die

-onzijdig = das

-meervoud = die 

.... Henne

1. der
2. die
3. das

... Frühling

1. der
2. die
3. das

... Krankheit

1. der
2. die
3. das

... Büchlein

1. der
2. die
3. das

Welk vraagwoord moet er komen te staan?
... ist dein Hobby?

1. Wie
2. Wo
3. Was
4. Woher

Van zelfstandig naamwoord naar persoonlijk voornaamwoord

mannelijk: der --> er

vrouwelijk: die --> sie

onzijdig: das --> es

meervoud: die --> sie

Das Haus ist schön. ..... ist von meiner Familie.

1. Er
2. Sie
3. Es

Mein Bruder ist nett. ... ist 15 Jahre alt.

1. Er
2. Sie
3. Es

Mein Pony ist lieb. Ich habe .... schon ganz lang!

1. er
2. sie
3. es

Haben 

    

ich habe

du hast

er/sie/es hat

wir haben

ihr habt

sie/Sie haben

Sein

ich bin

du bist

er/sie/es ist

wir sind

ihr seid

sie/Sie sind

Warum ... du so spät?

1. hast
2. bint
3. bist
4. habst

Ihr ... aus dem Dorf Brachem?

Herr Stahl, ... Sie ein Haustier?

.... ihr vielleicht noch Fragen?

1. haben
2. habt
3. hat
4. hast

Zelfstandige naamwoorden die eindigen op een -e, -ung of -schaft, zijn...?

1. meervoud
2. onzijdig
3. vrouwelijk
4. mannelijk

De maanden zijn in het Duits

1. mannelijk
2. vrouwelijk
3. onzijdig

Vertaal het getal: 6

Hoe schrijf je 19?

1. neinzehn
2. neunzehn
3. neunzhen
4. neinzhen

Hoe schrijf je 17?

Werkwoorden vervoegen

Schrijf op je blaadje het circustentje (2 minuten)

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes:
Ich (lesen) jede Woche ein Buch.

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes:
Was (machen) ihr heute Abend?

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes:
Was (machen) wir heute Abend?

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes:
Ich (wohnen) in Cuijk

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes:
(Wohnen) du in Mill?

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes:
Mein Vater (arbeiten) bei Nutricia

Vervoeg het werkwoord tussen haakjes:
Meine Schwester (wünschen) sich einen Hund

Wat is een sterk werkwoord in het Duits (ook in het Nederlands)

Wat is een zwak werkwoord in het Duits (ook in het Nederlands)

Wat is het voltooid deelwoord van wohnen

1. gewohnen
2. gewohnt

Wat is het voltooid deelwoord van schlafen

1. geschlafen
2. geschlaft

Wat is het voltooid deelwoord van bezahlen

1. bezahlen
2. bezahlt

Wat is het voltooid deelwoord van
reservieren

1. reserviert
2. gereserviert
3. gereservieren
4. reservieren

Wat is het voltooid deelwoord van
versorgen

1. versorgt
2. versorgen
3. geversorgen
4. geversorgt