Bodemonderzoek les 3

• Toegepaste biologie
• MBO
• Studiejaar 2

Welkom!

Bodemonderzoek les 3

Hoe gaat het vandaag?

Vandaag:

- Herhalen begrippen

- Labwerk: 

1. Carbonaattest

2. Bodemvochtgehalte meten (wegen)

3. Klaarmaken voor droogoven (voor organische stofmeting volgende week)

- Evalueren, Afsluiten en opruimen

Humuslaag

Moedermateriaal

Inspoelingslaag

A horizont

B-horizont

C-horizont

Sleep naar het goede landschap

Zeekleibodem

Rivierkleibodem

Veenbodem

Vaaggronden

Lössbodem

Podzolgronden

Wat hoort niet in dit rijtje?

1. Antropogene invloed (invl. van mensen)
2. Vegetatie
3. Verzilting
4. Biologische activiteit (wormen, mollen, bacteriën)

Antropogene invloed, vegetatie en bioogische activiteit zijn allemaal factoren in bodemvormende processen.

Verzilting is een gevolg van klimaatverandering.

Welke 'ecosysteemdiensten' leveren bodemorganismen?

Waarom is een regenworm een 'sleutelsoort'?

Labwerk

REGELS

1. Jassen en tassen in het rek

2. Labjas aan en veiligheidsbril bij de hand

3. Leg alles klaar vóór je begint

1. Carbonaatproef

Meestal Calciumcarbonaat (CaCo3)

Gesteentes: (mineraal Calciet)kalksteen, marmer,

Skeletten van bepaalde zeedieren

Eierschalen, slakkenhuizen, schelpen

In het laboratorium zet je de veiligheidsbril op en trek je een labjas aan. 

Maak

de zuurfles open en sprenkel een beetje 10% zoutzuur over de bodemdeeltjes.

Kijk goed of het ergens bruist. 

Hoe meer carbonaten er aanwezig zijn, des te

meer bubbels je ziet. Als er weinig carbonaten zijn, kun je het soms niet zien,

maar wel horen (een zacht knisperend geluid).

Vul voor elke horizont op het werkblad profielbeschrijving een van de volgende

uitkomsten van de vrije carbonaten test in:

•  Geen: als er geen bruisende reactie is, zijn er geen vrije carbonaten

aanwezig in de bodem.

● Gering: als er een licht bruisende reactie is of er een paar bubbels zijn,

zitten er weinig carbonaten in de grond. Vul dit ook in als je niet ziet maar

wel wat hoort.

● Sterk: als er een sterk bruisende reactie is (veel, en/of grote bubbels)

zitten er veel carbonaten in de grond.

2. Vochtgehalte meten

Maak zelf een tabel of vind de goede tabel met daarin:

nr monster

diepte

massa leeg bakje(zonder deksel)

Massa nat gewicht

Droogtijd

Droogmethode

Massa droog gewicht

tijd om te werken aan je verslag

Wat moet erin?

1. algemene informatie en doel van het onderzoek (bepalen bodemkwaliteit)

2. Onderzoeksmethode (welke proeven worden er gedaan?)

3. Alle onderzoeksresultaten (tot nu toe) netjes bij elkaar

((4. Conclusie (en eventueel advies)

5. Evaluatie (hoofdstuk maken, je hoort nog wat hier in moet))

Hoe vond je de les gaan?

Niet goed

Wel okeee

Goed!

Heel goed!