Wat moet je kennen/kunnen? H4 so taalverzorging 1kg

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Wat moet je kennen/kunnen? H4 so taalverzorging 

Wat gaan we doen?

lezen

herhaling voor so

Tijd over? lezen H5 

Waaruit bestaat het so?

3 onderdelen:

- gezegde + persoonsvorm

- spelling meervoud

- voltooid deelwoord

Hoe kan je leren?

- Bekijk de filmpjes van H4 taalverzorging

- Bekijk nog eens de opdrachten die je hebt gemaakt

- Extra opdrachten maken of oefenen op cambiumned

Zorg dat je weet hoe je de pv moet vinden!

Persoonsvorm + gezegde

Persoonsvorm = belangrijkste werkwoord uit de zin

Hoe vind ik de persoonsvorm?

Gezegde = alle werkwoorden uit de zin, dus ook de pv

Let op scheidbare werkwoorden: opletten, afmaken etc. 

Het gezegde uitbreiden

De man koopt een appel.

Hoe kan ik het gezegde uitbreiden? 

De koning wil een nieuwe troon kopen.
Wat is de persoonsvorm?

1. De koning
2. wil
3. een nieuwe troon
4. kopen

Een gezegde bestaat altijd uit twee of meer werkwoorden.

1. Waar
2. Niet waar

De kikkers kunnen heel hoog springen.
Wat is het gezegde?

1. De kikkers
2. kunnen
3. heel hoog springen
4. kunnen springen

Dat lost toch helemaal niks op!
Wat is het gezegde?

1. Dat
2. lost
3. lost op
4. helemaal niks

De school heeft een nieuw plan bedacht om pestgedrag tegen te gaan. Wat is de persoonsvorm?

1. De school
2. heeft bedacht
3. heeft
4. een nieuw plan

Spelling meervoud

Wanneer een 's ?

Paraplu

Lente

Wat is het meervoud van dictee?

1. dictees
2. dictee's
3. dicteën
4. dicteesen

Wat is het meervoud van duif?

1. duifje
2. duifen
3. duiven
4. duifs

Wat is het meervoud van accu?

1. accus
2. accuutje
3. acu's
4. accu's

Wat is het meervoud van droogrek?

1. droogreken
2. droogrekken
3. droogreks
4. drogrekken

Voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord = een werkwoord dat vaak begint met ge of be

Er kan nooit alleen een voltooid deelwoord in de zin staan!

Ik gekocht een peer. 

Ik heb een peer gekocht. 

voltooid deelwoord

Zin 1: Hij beloofd goed mee te doen.

Zin 2: Hij heeft dat beloofd.

Welke beloofd is goed gespeld? 

Hoe kan je dit controleren? 

Hij heeft de mail snel (beantwoorden)...................

1. beantwoordt
2. beantwoorden
3. beantwoord
4. beantwoordde

Ik heb (klagen).......... over de geluidsoverlast.

1. geklaagt
2. geklaagd
3. klaagde
4. klaagte

Dat verhaal heb ik gewoon (verzinnen)................

1. verzint
2. verzinnen
3. verzon
4. verzonnen

Wat kan je doen?

Lezen H 5 opdracht 3 +4