OT opdr 27 tm 30

Over taal blok 5
- woordraadstrategie 'signaalwoorden'
- voor- en achtervoegsels
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Over taal blok 5
- woordraadstrategie 'signaalwoorden'
- voor- en achtervoegsels

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Na deze les: 
- heb je geleerd wat signaalwoorden zijn en kun je die toepassen. 
 - weet je wat voor- en achtervoegsels zijn en kun je die aanwijzen in de zin. 

Slide 2 - Slide

woordvorm
Je kunt een nieuwe woordvorm maken door aan een grondwoord een voorvoegsel of achtervoegsel te plaatsen 
Dat zijn woorddelen die een eigen betekenis hebben. Ze geven het nieuwe woord een andere betekenis. 
 ongemakkelijk = niet gemakkelijk 
dakloos = zonder huis / zonder dak boven je hoofd.

Slide 3 - Slide

schrijf de GRONDVORM van het woord op, en ook het woorddeel wat overblijft.

ontwarren

Slide 4 - Open question

schrijf de GRONDVORM van het woord op, en ook het woorddeel wat overblijft.

desillusie

Slide 5 - Open question

helpende voorvoegsels
Soms kunnen voorvoegsels helpen om de betekenis van een moeilijk woord af te leiden.

Kijk maar op de volgende slide

Slide 6 - Slide

asymmetrisch, atechnisch

Wat is het voorvoegsel en wat zou het betekenen?

Slide 7 - Open question

 achtervoegsel
Een achtervoegsel kan niet alleen de betekenis, maar ook de woordsoort van het grondwoord veranderen. 
bv
Het achtervoegsel -achtig, maakt van een zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord. Kijk maar:
beest (znw) + achtig (achtervoegsel) = beestachtig (bnw)

Slide 8 - Slide

nog een voorbeeld

Het achtervoegsel -aar, maakt van een werkwoord een zelfstandig naamwoord. Kijk maar:
verzamelen (ww) + aar (achtervoegsel) = verzamelaar (znw)

Slide 9 - Slide

Huiswerk

Maak opdracht 27 tm 30
blz 244 tm 246

Slide 10 - Slide