week 3 klas 2

Datum: dinsdag 25 januari

Leg je spullen vast klaar:

  • Leesboek
  • Lesboek  
  • schrift      



Zoek de grap/taalvoutjes. Ga daarna lezen.
timer
10:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

Items in this lesson

Datum: dinsdag 25 januari

Leg je spullen vast klaar:

  • Leesboek
  • Lesboek  
  • schrift      



Zoek de grap/taalvoutjes. Ga daarna lezen.
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • startopdracht
  • bespreken startopdracht
  • uitleg: persoonlijke reactie schrijven
  • werken: Ipad --> extra opdrachten --> kies lezen

Slide 2 - Slide

Persoonlijke reactie schrijven
  • jouw mening en beleving
  • geen samenvatting
  • C-boek, D-boek of volwassen boek
  • verslag bestaat uit 2 delen

Slide 3 - Slide

eisen uitgewerkte persoonlijke reactie

  • beantwoord 2 of 3 vragen per verhaalaspect
  • schrijf 1 alinea per verhaalaspect
  • schrijf in verhaalvorm
  • in je alinea geef je je mening en argumenten voor je mening
  • geef veel voorbeelden

Slide 4 - Slide

verhaal aspecten
  • onderwerp
  • gebeurtenissen
  • personages
  • opbouw
timer
1:00

Slide 5 - Slide

Datum: vrijdag 28 januari

Leg je spullen vast klaar:

  • Leesboek
  • Lesboek  
  • schrift      



Zoek de grap/taalfoutjes en ga daarna lezen.
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • bespreken startopdracht
  • opdracht signaalwoorden
  • theorie: tekstverbanden en signaalwoorden
  • werken: opdracht 1 uit je lesboek blz 64
  • klaar: Ipad --> extra opdrachten --> kies lezen

Slide 7 - Slide

Aan welke woorden kun je zien dat het in de onderstaande zinnen om een opsomming gaat?
Tien tips over zakgeld.
Zorg ten eerste dat je een vast bedrag aan zakgeld krijgt.
Spreek verder af hoelang je met het geld moet doen.
Spreek ook af wat je van het geld moet betalen.

Slide 8 - Slide

Aan welke woorden kun je zien dat het in de onderstaande zinnen om een opsomming gaat?
Tien tips over zakgeld.
Zorg ten eerste dat je een vast bedrag aan zakgeld krijgt.
Spreek verder af hoelang je met het geld moet doen.
Spreek ook af wat je van het geld moet betalen.

Slide 9 - Slide

Aan welke woorden kun je zien dat het in de onderstaande zinnen om een tegenstelling gaat?

Veel jongeren willen graag in de vakantie wat bijverdienen, maar er is dit jaar weinig vakantiewerk te vinden. 

Slide 10 - Slide

Aan welke woorden kun je zien dat het in de onderstaande zinnen om een tegenstelling gaat?

Veel jongeren willen graag in de vakantie wat bijverdienen, maar er is dit jaar weinig vakantiewerk te vinden. 

Slide 11 - Slide

Theorie: Tekstverbanden en signaalwoorden

Signaalwoorden: Geven aan op welke manier de woorden, zinnen en alinea’s in een tekst met elkaar samenhangen.

Tekstverband: De samenhang tussen woorden, zinnen en alinea’s.









Slide 12 - Slide

Theorie: Tekstverbanden en signaalwoorden
Signaalwoorden die aangeven dat het om een opsomming gaat:
• Ten eerste, ten tweede, om te beginnen,ook (nog), verder, ten slotte.
! Je kunt een opsomming ook herkennen aan een dubbele punt, liggende streepjes, getallen, of dots.

Signaalwoorden die een tegenstelling aangeven:
• Tegenover, maar, hoewel, echter, toch, daarentegen, aan de ene kant…aan de andere kant
! Een tegenstellend verband geeft aan dat zaken worden genoemd die elkaars tegenovergestelde zijn.

Slide 13 - Slide

datum: vrijdag 28 januari

Leg je spullen vast klaar:

  • Leesboek
  • Lesboek  
  • schrift      

Zoek de grap/taalfoutjes en ga daarna lezen.
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
Doel: Je leert over instructies.
  • bespreken start opdracht
  • nakijken:H3 -lezen- opdracht 1 
  • theorie: een instructie uitvoeren ( blz 72)
  • werken: maak opdracht 1 t/m 3 (blz 72/73
  • klaar: Ipad --> kies taalverzorging --> oefenen met eau,oi,ou

Slide 15 - Slide

Theorie: Tekstverbanden en signaalwoorden

Signaalwoorden: Geven aan op welke manier de woorden, zinnen en alinea’s in een tekst met elkaar samenhangen.

Tekstverband: De samenhang tussen woorden, zinnen en alinea’s.









Slide 16 - Slide

Theorie: Tekstverbanden en signaalwoorden
Signaalwoorden die aangeven dat het om een opsomming gaat:
• Ten eerste, ten tweede, om te beginnen,ook (nog), verder, ten slotte.
! Je kunt een opsomming ook herkennen aan een dubbele punt, liggende streepjes, getallen, of dots.

Signaalwoorden die een tegenstelling aangeven:
• Tegenover, maar, hoewel, echter, toch, daarentegen, aan de ene kant…aan de andere kant
! Een tegenstellend verband geeft aan dat zaken worden genoemd die elkaars tegenovergestelde zijn.

Slide 17 - Slide

datum: dinsdag 1 februari

Leg je spullen vast klaar:

  • Leesboek
  • Lesboek  
  • schrift      

Schrijf opdracht 1 en 2 hieronder in je schrift en ga daarna lezen.

1.

2. 



timer
10:00

Slide 18 - Slide

Aan welke woorden kun je zien dat het in de onderstaande zinnen om een opsomming gaat?
Tien tips over zakgeld.
Zorg ten eerste dat je een vast bedrag aan zakgeld krijgt.
Spreek verder af hoelang je met het geld moet doen.
Spreek ook af wat je van het geld moet betalen.

Slide 19 - Slide

Aan welke woorden kun je zien dat het in de onderstaande zinnen om een opsomming gaat?
Tien tips over zakgeld.
Zorg ten eerste dat je een vast bedrag aan zakgeld krijgt.
Spreek verder af hoelang je met het geld moet doen.
Spreek ook af wat je van het geld moet betalen.

Slide 20 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • bespreken startopdracht

Slide 21 - Slide

Aan welke woorden kun je zien dat het in de onderstaande zinnen om een tegenstelling gaat?

Veel jongeren willen graag in de vakantie wat bijverdienen, maar er is dit jaar weinig vakantiewerk te vinden. 

Slide 22 - Slide

Aan welke woorden kun je zien dat het in de onderstaande zinnen om een tegenstelling gaat?

Veel jongeren willen graag in de vakantie wat bijverdienen, maar er is dit jaar weinig vakantiewerk te vinden. 

Slide 23 - Slide