This lesson contains 16 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Leerdoel bij deze les:
Ik werk in de juiste volgorde bij het schoonmaken van een kamer en kan stoffen en stofwissen.
Slide 2 - Slide
Waarom schoonmaken?
Door schoonmaken zorg je ervoor dat micro-organismen zich niet kunnen verspreiden.
Zo voorkom je dat mensen ziek worden
Slide 3 - Slide
Volgorde van schoonmaken
Juiste volgorde van schoonmaken: - Eerst droog, dan nat - Eerst het vuile werk, dan het minder vuile werk - Van boven naar beneden
Slide 4 - Slide
Schoonmaakregels!
Slide 5 - Slide
Werk van schoon naar vuil
Begin altijd met het poetsen bij de onderdelen die het minst vies zijn. Belangrijk dat je nadenkt over de hygiëne tijdens schoonmaken. Werk je in de verkeerde volgorde dan verspreid je juist bacteriën.
Voorbeeld: Maak je schoon op de badkamer dan begin je niet bij het toilet en daarna de wasbak.
Slide 6 - Slide
Werk van boven naar beneden
Wanneer je gaat schoonmaken is de volgorde van werken erg belangrijk. De volgorde bepaald namelijk dat je werk niet opnieuw hoeft te doen.
Voorbeeld: je gaat een kast schoonmaken. Start bovenaan en werk naar beneden. Stel dat je beneden begint en later naar boven gaat, dan valt vuil op het schoon gemaakte werk. Dat is natuurlijk zonde!
Slide 7 - Slide
Kijk het filmpje
Luister goed naar Jochem.
Hij noemt 4 huishoudelijke taken.
Welke 4 noemt hij? Schrijf deze op.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Stap voor stap schoonmaken:
Stap 1: opruimen
Stap 2: stoffen met een stofdoek
Stap 3: stofzuigen of stofwissen met stofwisdoekjes
Stap 4: dweilen of moppen met water en sop
Slide 10 - Slide
3 soorten vuil
droog vuil, zoals stof, zand en kruimels
licht gehecht vuil, zoals vlekken van koffie en vieze vingers
sterk gehecht vuil, zoals roestvlekken en kauwgom
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
3 manieren van schoonmaken
droog schoonmaken: stoffen, stofzuigen en stofwissen
klamvochtig schoonmaken: afnemen met vochtige doek, moppen en dweilen
nat schoonmaken: afnemen met een natte doek of schrobben
Slide 13 - Slide
Werk van buiten naar binnen
Je werkt altijd van buiten naar binnen. Dit betekent dat je werkt vanaf de randen en naar binnen werkt.
Voorbeeld: schoonmaken van tafel; maak vierkante vlakken en begin dus vanaf de rand. (docent doet het voor) dweilen van de vloer; altijd een vierkant vlak maken, werk naar de deur.