Passives part 2

Cas
Wessel
Tuana
Tygo 
Samya
Luceen
Elias
Jayden 
Amber 
Luit 
Stijn
Jenny
Coen
Jasmin
Ayda
Stefan 
Jelle
Fouad
Daan
Ece
Arthur
Valentijn
Teacher 
Blackboard 
1 / 48
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Cas
Wessel
Tuana
Tygo 
Samya
Luceen
Elias
Jayden 
Amber 
Luit 
Stijn
Jenny
Coen
Jasmin
Ayda
Stefan 
Jelle
Fouad
Daan
Ece
Arthur
Valentijn
Teacher 
Blackboard 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Last Friday me 
was like that ..
But you guys went too far! 
Some of you !! 
New week, new chances anyways ! 

Slide 3 - Slide

Planning for today
Discussing the plans and goals 
5 minutes
Prepositipns of time and place 
10 minutes
Passive Voice part 2 
15 minutes
Check homework E+I
5 minutes 
Disccuss some ex from part I
10 minutes
Homework: learn theme words,  study irregular verbs 
Goal: After this lesson you have revised prepositions and passive 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Link

Today
Passives part 2 - rewriting from active to passive 
This is a trick to help you understand and use the passive, which is why I make you do it - here and on the test. 

Slide 7 - Slide

Meewerkend voorwerp
Persoonsvorm
Bijwoordelijke bepaling
Onderwerp
Lijdend voorwerp
The teacher
gave
us
a lot of homework
yesterday

Slide 8 - Drag question

Meewerkend voorwerp
Persoonsvorm
Bijwoordelijke bepaling
Onderwerp
Lijdend voorwerp
JK Rowling
got
the idea for Harry Potter
on a train

Slide 9 - Drag question

Waarom moet ik dit kunnen? 
Als je van een actieve naar een passieve zin herschrijft, veranderen de functies van de zinsdelen. 

Als volgt: 

Slide 10 - Slide

Passive

Slide 11 - Slide

Stappen bij herschrijven van active naar passive

1. Heeft de actieve zin een meewerkend voorwerp? Dit wordt onderwerp van de passieve zin en komt vooraan in de zin..
2. Heeft de actieve zin wel een lijdend voorwerp, maar geen meewerkend voorwerp? Het lijdend voorwerp wordt onderwerp van de passieve zin en komt vooraan in de zin
3. Geen lijdend én geen meewerkend voorwerp? Je kunt de zin niet passief maken.
4. Kijk naar de tijd waarin de persoonsvorm staat. Present simple? Schrijf op am / is / are. Past simple: schrijf op was / were. Hulpwerkwoord? Schrijf het hulpwerkwoord over en zet er be achter.
5. Zet het oorspronkelijke hoofdwerkwoord in het voltooid deelwoord.
6. Is je meewerkend voorwerp onderwerp geworden? Dan komt het lijdend voorwerp van de actieve zin als lijdend voorwerp in de passieve zin, direct na het voltooid deelwoord.
7. Zet er eventueel by + het oorspronkelijke onderwerp bij als dit zin heeft. 
8. Zet de bijwoordelijke bepalingen erbij. 

Slide 12 - Slide

Voorbeeld 1 
The teacher gave us detention. 

De zin heeft een meewerkend voorwerp. 

Zet dit vooraan in de zin en denk aan de naamval. 

We...... 

Slide 13 - Slide

Voorbeeld 1 
The teacher gave us detention. 

De actieve zin staat in de past simple, detention is enkelvoud. 

Schrijf op were 

We were .............

Slide 14 - Slide

Voorbeeld 1 
The teacher gave us detention. 

Het voltooid deelwoord van give is onregelmatig: given. 

Schrijf op given 

We were given .... 

Slide 15 - Slide

Voorbeeld 1 
The teacher gave us detention. 

Het lijdend voorwerp uit de oorspronkelijke zin blijft lijdend voorwerp in de passieve zin (want het oorspronkelijke meewerkend voorwerp is onderwerp geworden). 

We were given detention 

Slide 16 - Slide

Voorbeeld 1 
The teacher gave us detention. 

Het oorspronkelijke onderwerp zet je erbij: by + oorspronkelijk onderwerp

We were given detention by the teacher 

Slide 17 - Slide

Voorbeeld 2 
We went  on holiday to Italy last year. 

De zin heeft geen meewerkend voorwerp
De zin heeft geen lijdend voorwerp
De zin kan niet passief gemaakt worden. 

Slide 18 - Slide

Voorbeeld 3 
The police will arrest the criminals tomorrow. 

De zin heeft geen meewerkend voorwerp.
De zin heeft wel een lijdend voorwerp. 

Zet dit vooraan in de zin. 

The criminals.... 

Slide 19 - Slide

Voorbeeld 3 
The police will arrest the criminals tomorrow. 

will is een hulpwerkwoord. Neem dit over en zet er "be" achter 

The criminals will be 

Slide 20 - Slide

Voorbeeld 3 
The police will arrest the criminals tomorrow. 

Het voltooid deelwoord van arrest is arrested

The criminals will be arrested  

Slide 21 - Slide

Voorbeeld 3 
The police will arrest the criminals tomorrow. 

Je lijdend voorwerp is onderwerp geworden, dus dat komt niet meer terug. 
"By the police" kun je er bij zetten, maar het hoeft niet. 

The criminals will be arrested  by the police

Slide 22 - Slide

Voorbeeld 3 
The police will arrest the criminals tomorrow. 

Je tijdsbepaling "tomorrow"  komt achteraan. 

The criminals will be arrested  by the police tomorrow 

Slide 23 - Slide

Choose the correct passive

Active: We built a house last year.
A
A house is built by us last year.
B
Last year we built a house
C
A house built by us last year
D
A house was built by us last year.

Slide 24 - Quiz

Choose the correct Passive:

Active: My brother gave me a birthday present
A
I was given a birthday present by my brother
B
A birthday present was given to me by my brother
C
Me was given a birthday present by my brother
D
A birthday present was given by my brother

Slide 25 - Quiz

Choose the correct Passive:

Active: I will always love them
A
They are always loved by me
B
Them will always be loved by me
C
They will always be loved by me
D
C is correct, but ugly as ***

Slide 26 - Quiz

Choose the correct Passive:

Active: I was really tired after the long week
A
I was made really tired by the long week
B
Really tired was I after the long week
C
Not possible to make this sentence passive
D
Really tired was been by me after the long week

Slide 27 - Quiz

Make these sentences passive. You have 10 minutes 
1. They worked on the assignment together 
2. Our teacher taught us the passive
3. Our teacher didn't explain this very well.
4. Millions of tourists visit London every year. 
5. The American people will not vote the orange idiot back into office. 
6. The doctor diagnosed him with being a hypochondriac. 
7. My brother and sister go to this school too.
8. We must hand in this assignment before tomorrow. 

Slide 28 - Slide

Correct answers 
Correct answers: 

1. Not possible
2. We were taught the passive by our teacher / the passive was taught to us by our teacher.
3. This wasn't explained very well by our teacher
4. London is visited by millions of tourists every year.
5. The orange idiot will not be voted back into office by the American people
6. He was diagnosed (by the doctor) with being a hypochondriac
7. Not possible
8. This assignment must be handed in (by us) before tomorrow. 

Slide 29 - Slide

How many correct
answers?

Slide 30 - Mind map

make your own examples

Slide 31 - Mind map

Thank you for paying attention
Now let's check the planner 
chapter 2 I 

Slide 32 - Slide

Homework 
  • Learn the Theme words 
  • Study irregular verbs  

Slide 33 - Slide

For any one who wants to take notes:

Slide 34 - Slide

Active sentence
(SVO)
1 subject
2 verb
3 object

I am looking at you.

The first thing or person in the sentence is active (doing something)
Passive sentence
(OV)
- object
- verb
(- subject)

You are being looked at (by me).

The first thing or person is NOT active, therefore passive
s
v
o
s
v
o

Slide 35 - Slide

1: Object <-> subject

2: Add form of 'to be'

3: Main verb -> past participle



Forms of 'to be'
Present: is
Past: was
Continuous: being
Future: be
Perfect: been

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Link

I understand the passive now

0100

Slide 38 - Poll

Now let's type it yourselves

Slide 39 - Slide

The room....... (clean) every day.

Slide 40 - Open question

He must fill in the form.

Slide 41 - Open question

She is carrying all the boxes.

Slide 42 - Open question

I don't think this room.... (clean) yesterday.

Slide 43 - Open question

One day English.... (speak) everywhere.

Slide 44 - Open question

The motorway... (close already) for three days.

Slide 45 - Open question

I saw an accident yesterday. Two people..... (take) to hospital.

Slide 46 - Open question

Video 

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Link