De Present Perfect wordt gebruikt om acties te beschrijven die in het verleden zijn begonnen en nog steeds aan de gang zijn of net zijn afgelopen. Het wordt vaak gebruikt om ervaringen te beschrijven en heeft signaalwoorden zoals 'already', 'just', 'yet', 'ever' en 'never'. Veelgemaakte fouten zijn het verwarren met de Simple Past en het onjuist gebruiken van signaalwoorden.