This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Oefen SO Interbellum
Slide 1 - Slide
In het Verdrag van Versailles werd afgesproken dat
A
Het Duitse leger niet meer dan 90.000 soldaten mocht hebben
B
Duitsland de helft van z'n grondgebied moest afstaan
C
Herstelbetalingen moest doen
D
Duitsland zijn hoofdstad mocht houden
Slide 2 - Quiz
Wat was het doel van het Dawes plan
A
Eerste Wereldoorlog beëindigen
B
Duitsland en Frankrijk geld lenen.
C
Beurscrisis beëindigen
D
Duitse economie en Amerikaanse handel bevorderen
Slide 3 - Quiz
Het Verdrag van Versailles werd in 1918 ondertekend
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
In welk jaar begon de economische crisis?
A
1919
B
1928
C
1929
D
1939
Slide 5 - Quiz
Welke omschrijving past het beste bij communisme?
A
Boeren mogen zelf weten wat ze verbouwen
B
De overheid bepaald wat er geproduceerd in fabrieken en landbouw
C
Ondernemers zijn de baas over hun fabriek en winkel
D
Er zijn grote verschillen tussen arm en rijk
Slide 6 - Quiz
Welke partijen krijgen er na 1929 meer aanhangers in Duitsland?
A
Communisten en de socialisten
B
De socialisten en de liberalen
C
Communisten en de Nazi's
D
De Communisten en de liberalen
Slide 7 - Quiz
Wat wil de partij van Hitler niet?
A
Dat alle mensen in Duitsland gelijk behandeld worden
B
Duitsland groter maken
C
Alle Duitssprekende mensen verenigen in 1 land
D
De Vrede van Versailles afschaffen
Slide 8 - Quiz
leenden veel geld aan . Met dit geld konden de herstelbetalingen aan worden betaald. zou met dat geld producten kopen
in . Op die manier zou het geld vanzelf weer terugkomen naar de . Bovendien zou het heel goed zijn voor hun economie.
In de jaren '20 van de twintigste eeuw werd het Dawesplan geïntroduceerd. Wat hield dit plan in?
→Sleep de landen op de juiste plek
Slide 9 - Drag question
Van welke politieke partij werd Hitler lid?
A
PVDA
B
CPN
C
NSDAP
D
D66
Slide 10 - Quiz
Wat schreef Hitler NIET in 'Mein Kampf'?
A
Duitsland moet groter worden
B
De Vrede van Versailles moet worden afgeschaft
C
Duitsland streeft naar meer gelijkheid
D
Duitsland heeft grondstoffen nodig
Slide 11 - Quiz
Welke groep wordt niet aangesproken door de ideeën van de NSDAP?
A
Werklozen
B
Middenstanders
C
Eigenaren grote bedrijven
D
Communisten
Slide 12 - Quiz
Welk land wil dat Duitsland heel streng wordt gestraft?
A
Rusland
B
VS
C
Engeland
D
Frankrijk
Slide 13 - Quiz
Waarom was het Duitse leger verbaasd over de capitulatie van Duitsland tijdens WOI?
A
Er was nog munitie genoeg
B
Ze werden elke dag sterker door de Amerikaanse hulp
C
De Duitsers hielden nog stand in Noord-Frankrijk en Belgie
D
De Britse blokkade was doorbroken, Duitsland kon weer handelen via het water
Slide 14 - Quiz
In 1929 stortte de wereldhandel in. Wat ging er mis?
→Sleep deze gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
De bedrijven hebben minder personeel nodig. Daarom ontslaan ze veel mensen.
De bedrijven en fabrieken hebben grote voorraden, groter dan ze kunnen verkopen.
De bedrijven gaan minder produceren.
De bedrijven verkopen steeds minder. Veel bedrijven gaan hierdoor failliet.
De ontslagen mensen hebben weinig geld en kopen geen luxe dingen.
Slide 15 - Drag question
Jaartallenfeestje!
→Sleep de gebeurtenissen naar het juiste jaartal.
De wereldeconomie stort in. De Crisis begint.
Adolf Hitler komt aan de macht.
Het Verdrag van Versailles wordt ondertekend.
Slide 16 - Drag question
Sleep de gebeurtenis naar het juiste jaartal.
Hitler dictator van Duitsland
Het gaat economisch goed in Duitsland
Vrede van Versailles
Beurskrach en begin economische crisis
Slide 17 - Drag question
In de jaren '20 kochten Amerikanen aandelen met geleend geld
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quiz
→Sleep deze gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
Hitler wordt minister-president.
Hitler pleegt een (mislukte) staatsgreep en zit negen maanden in de gevangenis.
Hitler bouwt aan een groot leger
Machtigingswet:
Hitler wordt dictator.
Slide 19 - Drag question
Hoe zorgde Hitler voor werkgelegenheid in Duitsland?
A
Mensen gingen koelkasten en tv's bouwen
B
Mensen ging snelwegen aanleggen en huizen bouwen
C
Mensen gingen wapens bouwen en snelwegen aanleggen
D
Mensen gingen het leger in en tv's bouwen
Slide 20 - Quiz
Gebruik de bron
→Waarom is deze afbeelding een voorbeeld van propaganda? Kies het juiste antwoord.
A
Je ziet allemaal hakenkruizen op de tekening. Blijkbaar was Hitler aan de macht toen deze afbeelding werd gemaakt. Dat is propaganda: aan de macht zijn.
B
Hitler ziet er stoer uit op deze afbeelding. Hij is niet bang, hij laat zien dat hij zijn volk zal leiden. Het is dus reclame voor Hitler, en dat is wat propaganda is: politieke reclame.
C
Je ziet op de tekening dat de zon schijnt. Dat betekent dat het goed gaat met de mensen. Als het goed gaat met mensen, zijn ze heel erg propaganda.
D
Hij heeft een heel leger bij zich, dat staat achter hem. Waarschijnlijk gaat hij iedereen die het niet met hem eens is, heel hard aanpakken. En dat is wat propaganda is: je tegenstanders uitschakelen.
Slide 21 - Quiz
In welk jaar werd Hitler de dictator van Duitsland?
A
1919
B
1929
C
1933
D
1935
Slide 22 - Quiz
Hoe noemen we de periode tussen 2 oorlogen?
A
Interbellum
B
Tussentijd
C
La belle epoque
D
Roaring twenties
Slide 23 - Quiz
Leren
Paragraaf 4.3 en 4.4 uit je tekstboek, werkboek.
Gebruik ook je mindmap en de lessen uit Lesson-up.