Bon appétit!

La nourriture 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

La nourriture 

Slide 1 - Slide

Une nappe
Une clé
Pâques
Un oreiller
Une couverture
Une addition

Slide 2 - Drag question

Tourne la roue et traduis en néerlandais! (noteer de Nederlandse woorden op de volgende dia)

Slide 3 - Slide


Slide 4 - Open question

Tourne la roue et traduis en français! (noteer de Nederlandse woorden op de volgende dia)

Slide 5 - Slide


Slide 6 - Open question

Wanneer gebruik
je een delend
lidwoord?

Slide 7 - Mind map

Een delend lidwoord gebruik je..
- bij onbekende hoeveelheden

Slide 8 - Slide

Welke vormen ken je van het delend lidwoord?

Slide 9 - Open question

De vormen zijn ..
du (mannelijk)
de la (vrouwelijk)
de l' (voor een klinker / h)
des (meervoud)

Deze woorden vertaal je niet in het Nederlands!

Slide 10 - Slide

Wat als de hoeveelheid wel bekend is? Welk woord gebruik je dan?

Slide 11 - Open question

Hoeveelheid wel bekend?
Na een woord van hoeveelheid gebruik je "de":

Je mange beaucoup de croissants
Vous mangez un kilo de bananes?

(Als er een telwoord staat, hoeft dat niet: je mange une banane)

Slide 12 - Slide

Let op!
Het woordje "de" gebruik je ook als een zin ontkennend is, zelfs als de hoeveelheid bekend is:

Je ne mange pas de bananes

Slide 13 - Slide

Je mange .... bananes
A
de
B
des

Slide 14 - Quiz

Je bois .... eau
A
de
B
d'
C
de l'
D
du

Slide 15 - Quiz

Je bois 1 litre .... thé
A
de
B
d'
C
de l'
D
du

Slide 16 - Quiz

Waarom gebruiken we in de volgende zin geen delend lidwoord? "
J'adore le chocolat"

Slide 17 - Open question

PAAD werkwoorden
Na 
Préférer                 Aimer
     Adorer                    Détester

Volgt altijd een bepaald lidwoord (le/la/l'/les)
J'aime les bananes, je déteste les légumes

Slide 18 - Slide

Bref ..
PAAD werkwoord in de zin? > kies uit le/la/l'/les 

Geen PAAD werkwoord ?
1. Ontkenning in de zin? > "de"
2. Hoeveelheid bekend? > na de hoeveelheid komt "de"
3. Hoeveelheid onbekend ?> delend lidwoord du/de la/de l' / des



Slide 19 - Slide

Welk woord mist op de ..?
J'aime .. chocolat!
A
du
B
de la
C
le
D
la

Slide 20 - Quiz

Welk woord mist op de ..?
Vous avez bu 2 tasses .. thé?
A
du
B
de
C
le
D
la

Slide 21 - Quiz

Welk woord mist op de ..?
Moi, je déteste .... fromage
A
du
B
de
C
le
D
la

Slide 22 - Quiz

Welk woord mist op de ..?
Moi, je ne mange jamais .... fromage
A
du
B
de
C
le
D
la

Slide 23 - Quiz