H.18 Formules en grafieken, Zelftest

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

boek B H.18 Zelftest, p.262, opdracht Z1
Welke berekening gebruik je om het startgetal
te bepalen?

p.262, opdracht Z2
Een lijngrafiek wordt vaak gebruikt voor ...

1. 100%
2. verschillende onderdelen
3. startgetal
4. toename en afname

Z2-2 Hoeveel kost het huren in 4 weken?

de tabel   woordenschat

     de kolom                                           horizontaal

                                                              verticaal

de rij

k				de cel
k
k r	r	r	r	r

Z2-3 Hoeveel cellen zitten er tussen
€ 0,00 en € 20,00 ?

Z2-4 Er zitten 4 cellen tussen € 40,00 en € 20,00.
Dat betekent dat ik de volgende berekening
moet gebruiken:

1. (40 - 20) : 5 =
2. (40 + 20) x 4 =
3. (40 - 20) : 4 =
4. 40 : 4 =

p.263, opdracht Z3
Welke reken-wijzen moet je vergelijken?

1. grafiek en cirkeldiagram
2. grafiek en formule
3. formule en staafdiagram
4. formule en tekst

p.263, opdracht Z3-2
Kijk naar de grafiek. Wat valt op als je de prijs
van 50 km vergelijkt met de prijs bij 100 km?

abonnement

slechts 

€ 144,00

daarnaast

eenmalig

ook nog

een aantal maanden achter elkaar iets kopen

één keer

weinig

p.264, opdracht Z5
Welke berekening hoort bij
de horizontale streep?

1. delen door aantal personen
2. keer aantal personen
3. optellen van aantal personen
4. aftrekken van aantal personen