miniles pdg

Rekenen 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Rekenen 

Slide 1 - Slide

Basisafspraken
1. gebruik je telefoon of laptop 
2. pak pen en papier en maak aantekeningen
3. luister naar elkaar
4. huiswerk
5. geniet van de les

Slide 2 - Slide

Deze les:
- Waar vinden we tandwieloverbrengingen?  
- Wat is een overbrengsverhouding en hoe bereken je        die? 
-  hoe bereken je de omwentelingen van het 2de                  tandwiel?

Slide 3 - Slide

Doel van deze les:
Aan het einde van de les kan je vertellen: 
- Hoe je de overbrengsverhouding van 2 tandwielen             berekend met een formule. 
- Kan je de formule toepassen om het ontbrekende aantal
   tanden of omwentelingen te berekenen 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Als het kleine wiel rechtsom draait, draait het grote wiel
A
linksom
B
rechtsom
C
niet

Slide 6 - Quiz

Als het kleine wiel draait, draait het grote wiel
A
langzamer
B
sneller
C
niet
D
zelfde snelheid

Slide 7 - Quiz

Overbrengverhouding

Slide 8 - Slide

Overbrengverhouding
Als aandrijftandwiel 5 rondjes draait, hoeveel rondjes draait het volgtandwiel dan? (omwentelingen) 

i=gedrevenaandrijvend
i=1030
i=3

Slide 9 - Slide

Overbrengsverhouding
omwentelingen volgwiel  = i x aantal omwentelingen 
                                           = 3 x 5  
                                           =15 omwentelingen 

Slide 10 - Slide

Aantal omwentelingen
Gegeven:  -tandwiel 1 heeft 12 tanden en draait met 50                                             omwentelingen per min. 
                  - tandwiel 2 heeft 27 tanden 
Vraag:       met hoeveel omwentelingen per min. draait                                           tandwiel 2? 

Slide 11 - Slide

Aantal omwentelingen
formule: z1 x n1 = z2 x n2
z = aantal tanden tandwiel
n = aantal omwentelingen per minuut

Slide 12 - Slide

Aantal omwentelingen
z1 x n1 = z2 x n2
12 x 50 = 27x n2

n2 = 12 x 50  = 22,22 omwentelingen per minuut
            27

Slide 13 - Slide

het kleine tandwiel heeft 20 tanden en 15,5 omwentelingen per min. het grote tandwiel maakt 6.2 omwentelingen. Hoeveel tanden heeft het grote tandwiel?

Slide 14 - Open question

Wat is de overbrengings-
verhouding?
Aandrijfwiel
Volg
wiel
A
i=3,33
B
i=2
C
i=0,5
D
i=2,5

Slide 15 - Quiz

Huiswerk
1. Leren deze lesstof voor de volgende les. 
2. Verder werken aan je portfolio en opdrachten. 

Slide 16 - Slide

Evaluatie
 - Hoe bereken je de overbrengsverhouding bij 2                  tandwielen? 
 - Hoe kun je een toerental van een tandwiel berekenen        bij een tandwieloverbrenging? 
 - Wat moet je daar voor weten? 

Slide 17 - Slide

Vragen?

Slide 18 - Slide