What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spreekwoorden1
Spreekwoorden
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spreekwoorden
Slide 1 - Slide
-Wie weet wat spreekwoorden zijn?
-Kennen jullie wat spreekwoorden?
-Kennen jullie dit spreekwoord?
-Weten jullie wat het betekent?
Slide 2 - Slide
Wat zijn spreekwoorden?
Zijn uitspraken die niet echt bedoeld worden, maar op een andere manier worden gezegd.
Slide 3 - Slide
De mussen vallen het dak af.
Zal dat echt zijn of niet?
Slide 4 - Slide
Er loopt een man op straat.
Is dat echt of niet?
Slide 5 - Slide
Vlinders in je buik hebben
Zal dat echt zijn of niet?
Slide 6 - Slide
Waarom worden spreekwoorden gebruikt?
Spreekwoorden bevatten vaak wijze lessen, waar je iets van kan leren.
Slide 7 - Slide
Dus bij spreekwoorden worden er andere dingen gezegd, die niet zo bedoeld worden.
Slide 8 - Slide
De kat uit de boom kijken.
A
Niet meteen reageren, maar afwachten.
B
Wachten tot dat de kat weg is.
C
Naar de kat kijken, die in de boom zit.
Slide 9 - Quiz
Een gegeven paard niet in de bek kijken.
A
Dat je niet in de bek moeten kijken van een paard.
B
Dat je niet iets moet achter zoeken, wat je krijgt.
C
Als je cadeau krijgt mag je nooit klagen over wat je krijgt.
Slide 10 - Quiz
Als er een schaap over de dam is, volgen er meer.
A
Als een iemand iets nieuws probeert, durft de rest ook.
B
Schapen lopen op de dam.
C
Schapen lopen elkaar altijd achterna.
Slide 11 - Quiz
Vele handen maken licht werk.
A
Veel handen maakt het werk makkelijker, alleen het duurt langer.
B
Als je een klusje samen doet zal het moeilijker gaan.
C
Als je een klusje samen doet zal het makkelijker gaan.
Slide 12 - Quiz
Nu komt de aap uit de mouw.
A
De aap komt uit de mouw gekropen.
B
De waarheid wordt duidelijk, iemands ware bedoeling.
C
De waarheid blijft onduidelijk.
Slide 13 - Quiz
Iemand iets in de schoenen schuiven.
A
Iemand anders de schuld geven.
B
De schuld van iemand anders op je nemen.
C
Bij iemand iets in zijn schoen doen.
Slide 14 - Quiz
Een oogje in het zeil houden.
A
Iets in de gaten houden.
B
Een zeil in de gaten houden.
C
Een zeil willen kopen.
Slide 15 - Quiz
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
A
Als er geen toezicht is, gaan mensen zich netjes gedragen.
B
Zonder toezicht doen mensen waar ze zin in hebben.
C
Als de kat naar buiten is, komen de muizen te voorschijn en gaan ze dansen op tafel.
Slide 16 - Quiz
Oefening baart kunst.
A
Hoe vaker je iets doet, hoe beter je er in wordt.
B
Hoe vaker je iets doet, hoe slechter je er in wordt.
C
Dan maak je kunstwerken.
Slide 17 - Quiz
De appel valt niet ver van de boom.
A
Kinderen lijken vaak op hun ouders.
B
Kinderen lijken vaak niet op hun ouders.
C
Appels vallen nooit ver van de boom.
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
More lessons like this
8.0 Spreekwoorden
April 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Portalis Spreekwoorden
April 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Spreekwoorden & Uitdrukkingen
July 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Gezegdes en Spreekwoorden
June 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Leerjaar 2 - Periode 3 - Dummyopdracht 1 'Joost mag het weten'
January 2021
- Lesson with
11 slides
Beeldende vorming
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Leerjaar 2 - Periode 3 - Dummyopdracht 1 'Joost mag het weten'
November 2024
- Lesson with
11 slides
Beeldende vorming
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Leerjaar 2 - Periode 3 - Dummyopdracht 1 'Joost mag het weten'
November 2024
- Lesson with
11 slides
Beeldende vorming
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spreekwoorden
October 2023
- Lesson with
35 slides
Taal
Basisschool
Groep 8