What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
dag 2 di 19 sept - thema 2 - Bellen en mailen - groen
Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
Bellen en Mailen
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
Bellen en Mailen
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 1 - Slide
de assistent
iemand die voor zijn beroep iemand anders helpt bij zijn werk, bijvoorbeeld door de gemakkelijke taken te doen
kan een vrouw zijn maar ook een man
werkwoord: assisteren
Zin
: De dokter was er niet, maar zijn
assistent
kon ons ook helpen.
Zin
: Ik ben een
assistent
van de docent.
Slide 2 - Slide
de dienst
een handeling waarmee je iemand helpt= service
de tijd dat je werkt
meervoud:
diensten
Zin
: Het vervoer naar het station is een gratis
dienst
van ons hotel.
Zin
: Mijn
dienst
houdt om vier uur op; daarna heeft dokter Jansen
dienst.
Slide 3 - Slide
streng
als iemand wil dat anderen zich aan de regels houden en snel straft
een koude winter: een strenge winter
Zin:
De man was erg
streng
voor zijn kinderen.
Zin:
In deze klas zijn de docenten niet zo
streng
, maar je moet wel opletten.
Slide 4 - Slide
de huisarts
je eigen dokter
daar ga je naartoe als je ziek bent
meervoud: huisartsen
Zin:
Jelle belde
de huisarts
toen hij zich ziek voelde.
Zin
: Onze
huisarts
is een vrouw, zij is heel aardig.
Slide 5 - Slide
persoonlijk
zelf, niet door een ander
persoonlijke dingen zijn van jezelf of voor jezelf = eigen
Zin:
De burgemeester kwam het cadeau
persoonlijk
brengen.
Zin
: De journalist gaf zijn
persoonlijke
mening.
Slide 6 - Slide
Wat betekent :
de assistent?
A
iemand die niemand helpt
B
is alleen een man
C
is alleen een vrouw
D
iemand die iemand helpt
Slide 7 - Quiz
Geef een ander woord voor het woord :
streng
A
alles mag
B
altijd lief
C
iemand die op de regels let
D
iemand die niet snel straft
Slide 8 - Quiz
Een huisarts is een dokter
A
die in het ziekenhuis werkt
B
waar jij naar toe gaat als je ziek bent
Slide 9 - Quiz
wat betekent een dienst verlenen?
Slide 10 - Mind map
Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!
Slide 11 - Slide
..... ....................... van onze huisarts helpt mij als ik een vraag heb.
Slide 12 - Open question
Mijn moeder moet naar ..... ..................... , zij heeft pijn aan haar rug.
Slide 13 - Open question
Deze boeken zijn van mij .......................... .
Slide 14 - Open question
Wij hebben ................. van 09.00 uur tot 15.00 uur
Slide 15 - Open question
Onze docenten zij niet zo ................, alleen als je niet luistert.
Slide 16 - Open question
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin
met één of meer woorden:
de assistent, de dienst, streng, de huisarts en persoonlijk
Slide 17 - Slide
More lessons like this
Dag 2
December 2023
- Lesson with
18 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Dinsdag 27 september 2022
September 2022
- Lesson with
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Hoofdstuk 23 - Naar de huisarts
February 2024
- Lesson with
28 slides
NT2
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
Ik ga naar de huisarts en apotheek
May 2024
- Lesson with
23 slides
NT2
Basisschool
Groep 1
Afspraak maken dokter tandarts
February 2023
- Lesson with
10 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
TAAL EN WERK: Afspraak maken dokter tandarts
16 days ago
- Lesson with
10 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
TAAL EN WERK: Afspraak maken dokter tandarts
June 2024
- Lesson with
10 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
Les 1 Medicijnen Naar de dokter
September 2024
- Lesson with
22 slides
Verzorging
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2