4 Mavo Woche 43 Examentraining Warum Fragen

Doelen voor vandaag
Alles dreht sich um die Frage:
?? ??
Hört das Lied
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Doelen voor vandaag
Alles dreht sich um die Frage:
?? ??
Hört das Lied

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Was verstehst du?
Wat vraagt hij zich af ....

Slide 3 - Mind map

Warum? => Darum ...
Je leert hier welke de meest belangrijke signaalwoorden zijn die in een tekst een reden of oorzaak aangeven.
We noemen ze ook wel causale verbindingswoorden. Nederlandse causale verbindingswoorden zijn
bv. omdat, want, namelijk, daarom

Slide 4 - Slide

Kennst du omdat auf Deutsch?
A
weil
B
denn
C
darum
D
nämlich

Slide 5 - Quiz

Wat betekent 'der Grund'?
A
de grond
B
de oorzaak
C
de reden
D
de conclusie

Slide 6 - Quiz

Wat betekent 'denn' in het NL?
A
dan
B
desondanks
C
toch
D
want

Slide 7 - Quiz

Warum?
●    Je krijgt vaak vragen naar de reden/redenen of oorzaak bij de examenteksten.
●    Dit kan heel direct met een ‘Warum?’ of Weshalb? Wieso? – vraag zijn

Slide 8 - Slide

Warum? Wieso? Weshalb?
of
●    of er staat bijvoorbeeld “Was ist der Grund für …? = wat is de reden voor ….?   of je moet zelfs naar meerdere redenen zoeken: Was sind die Gründe für …. = wat zijn de redenen voor…. (dan komt er nog een soort opsomming bij)
●    Of er wordt naar Ursache / Ursachen gevraagd.



Slide 9 - Slide

Warum? Wieso? Weshalb?
●    Vrijwel altijd wordt dit verband in de teksten duidelijk gemaakt door een signaalwoord.
●    De strategie is dus in dit geval naar signaalwoorden te zoeken in het betreffende stukje tekst die een reden aangeven . Daar vind je het antwoord!


Slide 10 - Slide

Warum? Wieso weshalb?
weil
denn
schließlich
nämlich
darum, deswegen, deshalb

Slide 11 - Slide

Text 13 Spijbelen =´schwänzen'
10 Minuten für den Text und die Aufgabe:

Waarom wil men in Duitsland een eind maken aan spibelen?
Noem de twee redenen.
Strategie:

Slide 12 - Slide

Welke twee signaalwoorden staan in de tekst?

Slide 13 - Open question

Noem de twee redenen uit de tekst:

Slide 14 - Open question

Text Der filmende Holländer
Lest den Text und macht die Aufgaben.
Werk met z'n tweeën.
Arbeitet zu zweit.
Haben die Tipps geholfen?

Slide 15 - Slide

Schreibt eure Antworten auf.

Slide 16 - Open question

nächste Stunde: Signalwörter
tegenstelling: 
Ja, aber ....

Slide 17 - Slide

Und .......
Der Lernstoff Vortgangstoets 2

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video