vervolg paragraaf 9.3 en paragraaf 9.4

week 7 les 1
antwoord van laatste opdracht (vorige les)
checklist 9.3 (pak het erbij)
break even punt (BEP)

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

week 7 les 1
antwoord van laatste opdracht (vorige les)
checklist 9.3 (pak het erbij)
break even punt (BEP)

Slide 1 - Slide

weet je het nog? Vorige les gemaakt in groepjes. 
q
TCK
TVK
TK
GTK
TO
GVK
0
100
5.000
200
120.000
300
400
200.000

Slide 2 - Slide

het antwoord.
q
TCK
TVK
TK
GTK
TO
GVK
0
180.000
0
180.000
-
0
0
100
180.000
5.000
185.000
1.850
60.000
50
200
180.000
10.000
190.000
950
120.000
50
300
180.000
15.000
195.000
650
180.000
50
400
180.000
20.000
200.000
500
240.000
50

Slide 3 - Slide

De functies die erbij horen. 
TO = 600q

TK = 50 q + 180.000


Slide 4 - Slide

even naar opdracht 49
Welke kosten stijgen er als je meer gaat produceren? De kosten stijgen met 500.000 als er 50.000 producten meer worden geproduceerd. 

Slide 5 - Slide

Checklist par. 9.3 vraag 49
GVK = ...
A
2.500.000 / 100.000
B
3.000.000 / 150.000
C
500.000 / 50.000
D
5.500.000 / 250.000

Slide 6 - Quiz

Checklist par. 9.3 vraag 49
GVK = 500.000 / 50.000 = 10

TVK = 100.000 x 10 = 1.000.000

TCK = 2.500.000 - 1.000.000 = 1.500.000

Slide 7 - Slide

Marginale kosten
  • Extra kosten die gemaakt worden als er één product meer wordt geproduceerd
  • Bij proportionele variabele kosten geldt GVK = MK
  • Bij degressief en progressief variabele kosten is GVK niet gelijk aan MK
zijn dus afhankelijk van variabele kosten

Slide 8 - Slide

50 vul onderstaande tabel in Ik kijk het morgen na!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Opdracht
TO = 600q
TK = 50q + 180.000
Wat is de winst als ik 1000 producten verkoop?



Slide 11 - Slide

Totale winst bij q=1000
TO = 600q
TK = 50q + 180.000
Totale opbrengst 
600x1000 = 600.000
Totale kosten 
50x1000 + 180.000= 230.000
TW=TO-TK Dus 600.000-230.000= 370.000 (winst!!!)

Slide 12 - Slide

Break even point (BEP)
Bij 1000 producten hebben we winst. Maar bij welke afzet heb je geen winst en geen verlies? Dat is BEP!
- De minimale afzet die nodig is om geen verlies te draaien
- De afzet die nodig is om quitte te spelen
- geen winst en geen verlies

- De afzet waarbij TO = TK   ( en dus ook GO = GTK )

Slide 13 - Slide

Break even point
In ons voorbeeld: bij welke afzet hebben we geen winst en geen verlies?
TO=TK
600Q = 50Q + 180.000
550Q = 180.000
Q = 327,3
Break even afzet = 328 (na 328 producten gaan we dus winst maken)

Slide 14 - Slide

voorbeeld van bep.
Breakevenafzet is 125 en de breakeven omzet is 5.000

Slide 15 - Slide

TK = 16Q + 5000
TO = 20Q
Bereken de break-even omzet
A
€ 16.000,-
B
€ 20.000,-
C
€ 25.000
D
het goede antwoord staat hier niet bij

Slide 16 - Quiz

TO=45Q
TK =36Q+ 6.750
Hoeveel is de break-even afzet
A
60.750
B
614
C
750
D
613,6

Slide 17 - Quiz

TO=45Q
TK =42Q+150.000
Hoeveel is de break-evenafzet?
A
50.000
B
3334
C
1.724
D
5.000

Slide 18 - Quiz

Wat is de break-even afzet?
A
5.000
B
50.000
C
2.500.000
D
5.000.000

Slide 19 - Quiz

Aan de slag
Checklist 9.4 en opgave 50 van de checklist maken!!!
Morgen krijg je extra rekenmateriaal (voor in de vakantie).

Slide 20 - Slide