Fictie-opdracht klas 2 havo vwo

Fictie  
Individuele verwerkingsopdracht

leerjaar 2 havo vwo

Maak gebruik van de theorie in deze Lessen-Up en de hoofdstukken uit Kern. 


1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Fictie  
Individuele verwerkingsopdracht

leerjaar 2 havo vwo

Maak gebruik van de theorie in deze Lessen-Up en de hoofdstukken uit Kern. 


Slide 1 - Slide

DOEL

Je kent de volgende begrippen en kunt deze in een verwerkingsopdracht over een gelezen boek duidelijk maken:


1. Fictie en non-fictie

2. Realistische en niet-realistische fictie

3. Genres

4. Personage (hoofdpersoon)

- Uiterlijke kenmerken

- Karaktereigenschappen

5. Perspectief

6. Ruimte

7. Spanning

8. Beoordelingswoorden

9. Plot

Slide 2 - Slide

Kern

Slide 3 - Slide

Opdracht
Stap 4: De (werkwoord)spelling van je opdracht is foutloos. Let ook op de interpunctie. Raadpleeg de onderdelen Taalverzorging van Kern.

Stap 5: Je levert je opdracht eind oktober in. (zie som) . Maak in word een voorblad met hierop je naam, je klas, de inleverdatum van je verslag en een plaatje met de naam van je gelezen boek en schrijver. Noteer op de volgende pagina de inhoudsopgave waarin je de samenvatting en je twee gekozen opdrachten vermeldt. Je levert je opdracht geprint in. Je opdracht zit  in een snelhechtermapje. 

Slide 4 - Slide

Opdracht
Stap 1: Je leest een boek dat geschikt is voor jouw leeftijdsgroep. Als je twijfelt over de juiste keuze, overleg dan voordat je gaat lezen met mij.

Stap 2: Na het lezen van het boek kies je twee verwerkingsopdrachten; uit elke categorie één.

Stap 3: Je maakt een samenvatting van het boek. In die samenvatting beschrijf je tenminste drie  termen uit de onderdelen fictie uit Kern (H 7, 8, 22, 23, 37, 38). Je arceert de drie gebruikte termen. Je beschrijft hier ook wat het genre van jouw gelezen boek is. Je geeft je eigen mening en gebruikt beoordelingswoorden. ( 1 A4 arial 12)

Slide 5 - Slide

STAP 1: Het boek lezen

Lees een boek.

Het boek moet wel geschreven zijn voor jongeren van jouw leeftijd. Als je twijfelt, laat mij dan voordat je begint met lezen het boek zien. 


Tip: Schrijf na elk hoofdstuk of deel van het boek een paar zinnen op waarin je vertelt waar het over gaat.



Slide 6 - Slide

STAP 2: Kies 2 verwerkingsopdrachten

Bekijk de keuzeopdrachten in de volgende drie dia's. Uit elke categorie kies je één opdracht. 

Slide 7 - Slide

Keuzeopdrachten categorie 1 schrijven
1. Wanneer het boek verfilmd is, kun je het boek met de film vergelijken.
Je geeft uitgebreid aan wat de overeenkomsten zijn, maar ook waarin de film verschilt van het boek. Wat vind je van de veranderingen? 
Noem 4 verschillen en 4 overeenkomsten. 

2. Maak een dagboek van één van de personages uit het boek. Beschrijf 5 dagen.

3. Houd een interview met iemands die informatie kan geven over het onderwerp van het boek en maak vandat interview een schriftelijk verslag. Stel minstens 10 vragen. 

4. Laat twee van de belangrijkste personen uit het boek met elkaar corresponderen. 

Slide 8 - Slide

vervolg categorie 1
5. Houd een interview met de hoofdpersoon van het boek. Stel tenminste 10 vragen en bedenk wat de hoofdpersoon zou antwoorden. Je moet wel informatie uit het boek aan de orde laten komen in je interview.

6. Herschrijf de laatste twee bladzijden van het boek, waarbij het slot een hele andere, verrassende wending krijgt.

7. Waarom zou  men dit boek over 50 tot 100 jaar nog moeten lezen volgens jou? Bevat het boek tijdloze onderdelen in opvattingen, situaties en problemen die actueel zullen blijven?  Schrijf een artikel waarin je jouw mening geeft over deze vraag. Jouw mening is daarbij dus erg belangrijk . Voor de duidelijkheid geef je natuurlijk een aantal voorbeelden uit het boek. 

Voor alle opdrachten geldt: schrijf 2 a -4tjes Ariall 12

Slide 9 - Slide

Keuzeopdrachten categorie 2 creatief
1. Maak een gedicht of rap n.a.v. het boek. Beschrijf waarom je dit gedicht of rap hebt gemaakt. In je beschrijving geef je ook voorbeelden uit je boek.. Beschrijf het in minstens een half a-4 in Arial 12. 

2. Teken een stripverhaal met (tekstballonnetjes) n.a.v. het thema van het boek. Je verhaal telt minstens 10 tekeningen. (Kies deze opdracht alleen als je echt talent hebt). Beschrijf om welke situatie in het boek het gaat en waarom je hebt gekozen voor deze situatie. Doe dat in minstens een half a-4 in Arial 12. 

3. Maak een fotocollage/verslag waarin de belangrijkste gebeurtenissen van het boek zijn verwerkt. Je verslag telt minstens tien foto's. Schrijf bij de foto's welke gebeurtenis in het boek te zien is. De beschrijving telt minstens 10 regels in Arial 12. Let op" de foto's zijn geen beelden van de evt. verfilming van het boek!


Slide 10 - Slide

vervolg categorie 2
4. Zoek 10 uitdrukkingen en/of spreekwoorden die van toepassing zijn op het boek. Leg per uitdrukking in minimaal 25 woorden uit waarom je die gekozen hebt.

5. Maak een promotieposter voor het boek. Prijs je boek aan! Maak gebruik van beeld en tekst. Leg vervolgens uit waarom je je werk op die manier hebt gemaakt. Waarom heb je het boek beschreven zoals je dat het gedaan en waarom heb je gebruik gemaakt van de door jou gekozen beelden. Beschrijf dat in een half a-4 in Arial 12.

Slide 11 - Slide

STAP 3: Samenvatting
  • Je maakt een samenvatting van het boek (1 A-4 Arial 12) . Beschrijf minstens drie kenmerken uit de onderdelen fictie uit Kern H7, 8, 22, 23, 37, 38). 

  • Je beschrijft hier ook wat het genre van jouw gelezen boek is. 

  • Je geeft je eigen mening voorzien van beoordelingswoorden. Dat zijn woorden als "saai" "mooi" e.d. Leg ze ook uit. 

Slide 12 - Slide

STAP 4: Spelling
Zorg ervoor dat jouw opdracht er netjes uitziet. Er wordt gelet op spelling (werkwoorden) en interpunctie (dit is het gebruik van leestekens, zoals komma's, punten enzovoort). Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.  

Raadpleeg hiervoor de onderdelen Taalverzorging van Kern.

Slide 13 - Slide

Heel veel succes!

Slide 14 - Slide