ZELFSTANDIG quizz na les 3.3 - maag/darmklachten

Quizz vragen
Medicatie bij maag en darmklachten. 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Quizz vragen
Medicatie bij maag en darmklachten. 

Slide 1 - Slide

Antacida
maagzuurremmers
Welke eigenschappen bij welke medicatie groep
binding van maagzuur > omgezet  naar water en Co2
remming aanmaak van zuur
werk direct na inname, maar effect duur maar kort
duurt even voordat het werkt, maar werking houdt 1-2 dagen aan.

Slide 2 - Drag question

Wat zijn de leefstijladviezen voor een zorgvrager met dyspepsie

Slide 3 - Open question

Wat is het nadeel/gevaar/probleem van de losse verkoop van maagtabletten bij de drogist?
A
dan verdient de apotheek er niks aan
B
negatief effect op absorptie van voedingsmiddelen
C
negatief effect op absorptie van andere medicatie
D
de doseringen zijn daar te laag > subtherapeutisch effect.

Slide 4 - Quiz

Noem de 4 manieren waarop het braakcentrum in de hersenstam geprikkeld kan raken.

Slide 5 - Open question

antihistaminica
dopamine antagonist
5-HT3- antagonist
Welke eigenschappen horen bij welke medicatie groep
bij reisziekte en zwangerschap
Bij algemene misselijkheid en migraine
Bij: lastig te behandelen, chemotherapie, 2e deel zwangerschap. 
Bijwerking: soms sufheid, 
bij overdosering ernstige bijwerkingen
bijwerking: slaperig, parkinsonachtige verschijnselen, hartritmestoornissen. 
bijwerkingen: hoofdpijn, maag-darmklachten, leverafwijkingen, hartritme probleem

Slide 6 - Drag question

Waarom helpt het niet om bij reisziekte een 5-HT3 antagonist te geven?

Slide 7 - Open question

Een zorgvrager heeft een tumor in de buik:
1. op welke manier kan dit misselijkheid geven
2. Wat kun je doen NIET-farmacologisch
3. Hoe kun je dit wel farmacologisch behandelen?

Slide 8 - Open question

zwelmiddelen
vochtaantrekkende middelen
stimulerende middelen
Welke eigenschappen bij welke medicatie groep
glijmiddelen
zachtere poep en volume vergrotend
zachtere poep, volume vergrotend
chemische prikkeling darmwand + volume vergrotend
Vb: volcolon, psylliuzaad
Vb: movicolon, importal, lactulose, Kleanprep
colex klysma
chemische prikkeling darmwand
bisacodyl, senna's, dulcolax

Slide 9 - Drag question

Van dit laxeermiddel, wordt je urine soms rood
A
Movicolon
B
dulcolax
C
Sennosoiden
D
lactulose

Slide 10 - Quiz

Welke bijwerkingen kunnen ontstaan bij ALLE laxeermiddelen?
A
diarree, braken, boeren/winden
B
Lui worden van de darmwand
C
verstoorde zoutbalans
D
obstipatie

Slide 11 - Quiz

Een zorgvrager heeft obstipatie. Zij komt bij de huisarts en deze wil haar medicijnen geven. Ze geeft aan dat ze niet die medicatie wil waar je zo verschrikkelijke buikkrampen van krijgt. Welke medicatie groep heeft ze het waarschijnlijk over?
A
bulkvormende middelen
B
antacida
C
contactlaxantia
D
glijmiddelen

Slide 12 - Quiz

Waar moet je EXTRA op letten als je zorgvragers zwelmiddelen of vochtaantrekkende middelen geeft tegen obstipatie?

Slide 13 - Open question

ORS
Loperamide
Welke eigenschappen bij welke medicatie groep
Doel: tegengaan van dehydratie bij diarree/braken
vertraagt darm passage + verhoogde tonus van anale sfincter
Opletten: niet mengen met andere vloeistoffen dan  water
Nooit geven: bij koorts of bloedige diarree
Opletten: door de glucose erin, kan diabetes ontregelen
Opletten: nooit langer dan 14 dagen gebruiken

Slide 14 - Drag question

De meeste middelen tegen diarree verminderen ook de darmperistaltiek.
Waarom is dat gunstig voor de zorgvrager?

Slide 15 - Open question

Welke Uitspraak over geactiveerde kool (merknaam: Norit) klopt.
A
Geef dit altijd bij diarree Het helpt
B
Geen toegevoegde waarde bij diarree
C
Geef dit uberhaupt NOOIT
D
Heeft vooral waarde bij intoxicatie

Slide 16 - Quiz

Wat voor advies wordt er gegeven in het FTK over het gebruik van antibiotica bij diarree

Slide 17 - Open question

INZICHT vraag: bij diarree worden ook altijd medicatie gestopt zoals ACE-remmers en diuretica.
Waarom is dat? leg in je eigen woorden uit.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide