Caesar, tekst 4j

19 juni
tekst 4J
1 / 22
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

19 juni
tekst 4J

Slide 1 - Slide

stand van zaken na tekst i
A
Brittaniërs zitten in de zwakkere positie
B
Romeinen zitten in de zwakkere positie

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

r. 2: de: WB: noteer het juiste nummer van de betekenis van 'de' die hier nodig is.

Slide 4 - Open question

r. 3: daturos
A
ppa
B
ppp
C
pfa
D
gerundium

Slide 5 - Quiz

r. 4: polliciti sunt: Beschrijf in eigen woorden wat zij polliciti sunt.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

r. 5 - 6: quem t/m praemissum: in welke tekst?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

r. 6: cum: beste voegwoord om te vertalen
A
nadat
B
omdat
C
terwijl
D
hoewel

Slide 10 - Quiz

r. 9: petenda
A
gerundium
B
gerundivum
C
ppa
D
ppp

Slide 11 - Quiz

r. 10: et: verbindt welke 2 Latijnse tekstelementen

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

r. 8: tum: wanneer?

Slide 14 - Open question

r. 14: -que verbindt
A
dixit en imperavit
B
dixit en obsides
C
ignoscere en imperavit
D
imprudentiae en obsides

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

MAANDAG
WOORDENBOEK MEENMEN

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

r. 15: quorum verwijst naar
A
r.12: legatis
B
r. 14: imprudentiae
C
r. 14: obsides

Slide 19 - Quiz

longinquioribus: wat voor een vormpje is dat?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide