Les bijvoeglijke bijzin klas 3 H

Bijvoeglijke bijzin
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bijvoeglijke bijzin

Slide 1 - Slide

Doel
Ik kan/weet:

bijvoeglijke bijzinnen herkennen

Slide 2 - Slide

Geef een voorbeeld van een bijvoeglijke bepaling.

Slide 3 - Mind map

Bijvoeglijke bepaling
Een bijvoeglijke bepaling is geen zinsdeel , maar onderdeel van een zinsdeel.
De oude man loopt op straat
oude = bijvoeglijke bepaling bij man
De man in de auto gaat naar huis.
in de auto = bijvoeglijke bepaling bij man

Slide 4 - Slide

Nog een voorbeeld
De mooie tuin van de buurman wordt onderhouden .

De mooie tuin van de buurman = onderwerp
tuin = kern
mooie= bijvoeglijke bepaling bij tuin
van de buurman= bijvoeglijke bepaling bij tuin

Slide 5 - Slide

Bijvoeglijke bijzin
De bijvoeglijke bijzin is een bijvoeglijke bepaling met een persoonsvorm.
Vind de bijvoeglijke bijzin:
 De wedstrijd die ingelast werd speelden  de voetballers  in de Kuip.
 die ingelast werd → (bijvoeglijke bijzin bij) wedstrijd
De bijvoeglijke bepaling ‘die ingelast werd’ bevat een pv (werd) en is daarom een bijvoeglijke bijzin en GEEN bijvoeglijke bepaling

Slide 6 - Slide

De tranen van de Madonna tonen haar verdriet aan de wereld.

Wat is de kern van het onderwerp?
A
verdriet
B
tranen
C
wereld
D
Madonna

Slide 7 - Quiz

De tranen van de Madonna tonen haar verdriet aan de wereld.

van de Madonna =
A
bijvoeglijke bijzin
B
bijvoeglijke bepaling

Slide 8 - Quiz

Ravioli die gevuld is met vlees bevat niet altijd de gewenste 'prosciutto crudo’.

Wat is het onderwerp?

A
Ravioli
B
Ravioli die gevuld is met vlees

Slide 9 - Quiz

Ravioli die gevuld is met vlees, bevat niet altijd de gewenste 'prosciutto crudo’.

die gevuld is met vlees =

A
bijvoeglijke bijzin
B
bijvoeglijke bepaling

Slide 10 - Quiz

Kern
Bijvoeglijke bepalingen en bijzinnen horen bij een kern. De kern is meestal een zelfstandig naamwoord (zn), maar die kan ook een voornaamwoord (vnw) zijn.
 
Een woordgroep met een zelfstandig naamwoord als kern:
 milieubelastende  (bijvoeglijke bepaling) maatregelen (kern)
 maatregelen (kern) die verkeerd vallen (bijvoeglijke bijzin)


Een woordgroep met een voornaamwoord als kern:
 wij (kern) van sportclub TCNH (bijvoeglijke bepaling)
 de enige (kern) die daar iets van afweet (bijvoeglijke bijzin)

Slide 11 - Slide

Noteer van de bijvoeglijke bijzin het eerste en laatste woord:

Vooraan staan de kinderen die meteen geholpen moeten worden.

Slide 12 - Open question

Nu jullie
Maak van grammatica zinsdelen hoofdstuk 4:

opdracht 1
opdracht 2 (alleen vraag 1) 
opdracht 3 
opdracht 5

Slide 13 - Slide