Les 8 - Budget(lijn)

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Welkom

2 MAVO/ HAVO

Economie

Budget(lijn)

Vandaag

Wat weet je nog van de vorige les?

Je eigen budget opstellen.

Een budgetlijn tekenen.

Wat zijn de drie functies van geld?

Als ik een broodje kaas voor een broodje ham ruil is er sprake van

1. directe ruil
2. indirecte ruil

Ik heb €200 op mijn betaalrekening staan en €50 in mijn portemonnee. Wat is juist?

1. Chartale geldhoeveelheid: €50
2. Chartale geldhoeveelheid: €200
3. Girale geldhoeveelheid: €50
4. Girale geldhoeveelheid: €200

Aan het eind van deze les

- kan je je eigen begroting opstellen.

- kan je een budgetlijn tekenen.

Begroting - waar geef je je geld aan uit?

Een begroting is een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.

Hoe kom je aan geld?
(Inkomsten)

Waar geef je je
geld aan uit?

Inkomsten

Loon of salaris                  €

Winst                                     

Uitkering                              €

Totaal                                     €

Uitgaven

Huishoudelijke uitgaven   €

Vaste lasten                             €

Incidentele uitgaven            €

Totaal                                           €

Begroting

Dit ontvang je als je voor een baas werkt

Je inkomen als je een eigen bedrijf hebt.

Geld dat je van de overheid krijgt omdat je bijvoorbeeld arbeidsongeschikt bent. 

De dagelijkse uitgaven aan bijvoorbeeld boodschappen, persoonlijke verzorging, uitgaan en cadeautjes.

Uitgaven waaraan je vast zit en met een vaste regelmaat moet betalen. 

Meestal grote uitgaven die je af en toe doet. Hiervoor kan je geld reserveren. Bijvoorbeeld dure apparaten of vakanties.

Inkomsten

Loon of salaris                  € 2.300

Winst                                     €

Uitkering                              €    300

Totaal                                     € 2.600

Uitgaven

Huishoudelijke uitgaven €  700

Vaste lasten                          €1.200

Incidentele uitgaven         €  250

Totaal                                       €2.150

Voorbeeld begroting

Geef een voorbeeld van huishoudelijk uitgaven

Wat is een voorbeeld van vaste lasten?

1. Maandelijks €50 opzij leggen om te sparen voor een nieuwe tv
2. Je telefoonabbonement
3. Je wekelijkse boodschappen bij de supermarkt
4. De kerstcadeau's voor je familie kopen

Budgetlijn - Hoe geef je je geld uit?

Armin krijgt €10 zakgeld per week om lunch van te kopen op school. Dit geeft hij volledig uit aan koeken en cola in de kantine.  Een koek kost €2 en een blikje cola kost €1 euro.

Er zijn nu verschillende combinaties mogelijk, bijvoorbeeld: 

3 koeken en 4 blikjes cola

2 koeken en 6 blikjes cola

Deze combinaties kunnen we weergeven in een budgetlijn.

Budgetlijn tekenen

Armin krijgt €10 zakgeld 

per week om lunch van te kopen op school. Dit geeft

hij volledig uit aan koeken 

en cola in de kantine. Een 

koek kost €2 en een blikje 

cola kost €1 euro.

Koeken

Blikjes cola

Petra heeft per maand €10 te besteden aan haar telefoon-abonnement. Een minuut bellen kost haar €0,10 en een smsje versturen kost haar €0,05. Hoeveel minuten kan Petra maximaal bellen?

Petra heeft per maand €10 te besteden aan haar telefoon-abonnement. Een minuut bellen kost haar €0,10 en een smsje versturen kost haar €0,05. Hoeveel smsjes kan Petra maximaal versturen?

Petra heeft per maand €10 te besteden aan haar telefoon-abonnement. Een minuut bellen kost haar €0,10 en een smsje versturen kost haar €0,05. Petra belt 70 minuten per maand. Hoeveel smsjes kan zij dan nog versturen?

Zelf aan de slag

Je kan nu zelf aan de slag met het 

werkblad van les 8 in Classroom.

Maak eerst de oefeningen.

Daarna kan je de begrippen bij de betekenis opzoeken. 

Als laatste kan je een samenvatting maken.