Révision ch 3

Herhaling hoofdstuk 2

Les gemaakt door: Nils 2Vt

1. Vocabulaire

1. assez

2. décider

3. La robe

4.L'example

5. Moche

6. la couleur

7.Accro

8. propre

9. la marque

Bientôt

Zinnen vertalen (n-f)

Hoe zeg je: Wil je het kopen? In het frans

1. Je veux l'acheter?
2. Tu veux arrêter?
3. Nous veulons l'acheter?
4. Tu veux l'acheter?

Hoe zeg je in het Frans: Hoe vind je deze blauwe spijkerbroek.

Hoe zeg je in het Frans; slechts 45 euro

Hoe zeg je in het Frans; Hij houdt van sport

Hoe zeg je in het Frans; Ik zoek een cadeu voor Lucas

1 cijfer opdracht

723

173

129

112

Cent-vingt-neuf

Cent-soixante-treize

Cent-douze

sept cent vingt-trois

Aanwijzend voornaamwoord

Je hebt verschillende vormen van het aanwijzend voornaamwoord in het Frans. Namelijk:

Ce, Cet, Cette of Ces;
De spijkerbroeken

1. ce jean
2. ca jean
3. cas jeans
4. ces jeans

Ce, Cet, Cette of Ces;
Het zwembad

1. Ca piscine
2. Ces piscines
3. Cette piscine
4. Cet piscine

Ce, Cet, Cette of Ces;
De vissen

1. Ce poisons
2. Ces poison
3. Cet poison
4. Ces poisons

Ce, Cet, Cette of Ces;
Het hotel

1. Ce hôtel
2. Cet hôtel
3. Ces hôtel
4. L'hôtel