This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Test Je Kennis Boek
Ontvangst en opslag
Slide 1 - Slide
o De weg die producten afleggen
o Elke schakel in de bedrijfskolom is een bedrijfstak
o Consumenten zelf zijn geen schakel
Bedrijfskolom
Fabrikant / Producent: Bedrijf die de goederen maakt
Groothandel: Koopt producten in om ze weer aan andere bedrijven door te verkopen
Detailhandel: Verkoopt aan de eindgebruikers
Slide 2 - Slide
1
2
3
4
5
Zet de volgende schakels op de juiste plek in de bedrijfskolom
Importbedrijf
Exportbedrijf
Producent
Detailhandelsbedrijf
Groothandelsbedrijf
Slide 3 - Drag question
o Verlader: Wil goederen verplaatsen van A naar B
o Expediteur: Regelt in opdracht van andere bedrijven het vervoer
o Transporteur: Verzorgt het transport
o Distributiecentrum: Opslag en distributie van goederen
o Ontvanger: Degene voor wie de goederen bestemd zijn
Partijen in de logistiek
Slide 4 - Slide
De vrachtwagen rijdt weg bij het magazijn om winkels te bevoorraden. Dit is een voorbeeld van:
A
Interne Goederenstroom
B
Externe Goederenstroom
Slide 5 - Quiz
Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)
Wet waarin de regels staan over veiligheid, gezondheid en welzijn op de werkplek:
- Schone en veilige werkplek. - Werknemers mogen zichzelf en anderen niet in gevaar brengen. - Werkgever is verantwoordelijk voor de controle op de naleving van de
arbeidsomstandighedenwet.
Slide 6 - Slide
Wat is een PBM?
A
Publieke beschermings middel
B
Prima beschermingsmiddel
C
Paarden beschermings middel
D
Persoonlijke beschermingsmiddel
Slide 7 - Quiz
Inbound: Ontvangst - Inslag - Opslag
Outbound: Uitslag - Expeditie
Goederenstroom
Ken die
begrippen
Slide 8 - Slide
Sommige goederen gaan na de ontvangst direct door naar de expeditieafdeling en worden dus niet opgeslagen. Dit noem je:
A
Inslag
B
Uitslag
C
Omslag
D
Crossdocking
Slide 9 - Quiz
Communicatie is het overbrengen van informatie door de ene persoon (zender) aan een andere persoon (ontvanger) en is vooral gericht op het uitwisselen van kennis.
Is er verstoorde communicatie? Dan spreken wij over miscommunicatie.
Communicatie
Slide 10 - Slide
Dit gesprek is aan regels gebonden, heeft een vast verloop en de gesprekspartners hebben een bepaalde rol:
A
Informele communicatie
B
Formele communicatie
Slide 11 - Quiz
Lichaamstaal is een voorbeeld van:
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
Slide 12 - Quiz
Open vraag
Gesloten vraag
Sleepvraag
Sleep de vraag naar het juiste vak. Gesloten of open vraag.
Hoe was je dag vandaag?
Waarom vind jij opslag zo leuk?
Vind jij rekenen leuk?
Heb jij de opdrachten gemaakt?
Wat bedoel je met misschien?
Hou jij van chocolade?
Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
Slide 13 - Drag question
Hoofdstuk 2
Heftrucks en pallets
Lastdiagram
Een lastdiagram laat in een handig overzicht zien wat er gebeurt, zodra de hefhoogte oploopt. Hoe hoger de hefhoogte, hoe lager het toegestane gewicht van de last om omkantelen van de truck te voorkomen.
Slide 14 - Slide
Je hebt een last van 700 kg. Je wil 5,4 meter hoog. Wat is de maximale zwaartepuntafstand?
A
50 cm
B
70 cm
C
60 cm
D
80 cm
Slide 15 - Quiz
A
Afzethoogte
B
Doorrijhoogte
C
vrije hefhoogte
D
Hefhoogte
Slide 16 - Quiz
Bekijk de afbeelding -->
Hoeveel Kilo mag er op elke ligger?
Slide 17 - Open question
Heb je ondertussen vragen?
Durf ze gewoon te stellen aan de docent!
Slide 18 - Slide
Sleep de afbeeldingen en de beschrijving naar het juiste vakje
Afbeelding
Gebods
bord
Afbeelding
Verbods
bord
Afbeelding
Waarschuwings
bord
Afbeelding
Reddings
bord
Beschrijving gebodsbord:
Beschrijving reddingsbord:
Beschrijving verbodsbord:
Beschrijving waarschuwingsbord:
Iets wat je moet doen.
Iets wat je niet mag doen
Waarschuwt tegen gevaar
Levensreddend materiaal
Slide 19 - Drag question
Intern transport vindt plaats binnen het magazijn zelf.
Extern transport is het goederenvervoer dat plaatsvindt buiten het bedrijf.