This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
5: Waarneming en gedrag
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoelen
Even vooruitblikken
Uitleg basisstof 1 & 2
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Je kunt 5 zintuigen noemen met hun prikkel.
Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
Je kunt de bouw en 2 functies van de huid beschrijven.
Slide 3 - Slide
Noem de 5 zintuigen....
Slide 4 - Open question
Zintuigen
Zintuigen vangen signalen op van de omgeving. Dit noem je prikkels. Elk zintuig heeft zijn eigen speciale prikkel.
Slide 5 - Slide
Waarnemen
Je kunt dingen om je heen zien, horen, ruiken, proeven en of voelen. Hiervoor gebruik je de zintuigen. Om waar te nemen heb je ook je hersenen nodig.
Slide 6 - Slide
Wat doet een zintuig?
Slide 7 - Slide
Wat gebeurt er in je lichaam?
Na het ontvangen van een prikkel, geven je hersenen een impuls af.
Deze gaat via je zenuwen en je ruggenmerg naar je hersenen.
In je hersenen wordt de prikkel verwerkt. Dan weet je pas wat je ziet.
Slide 8 - Slide
wat is geen prikkel voor je huid?
A
pijn
B
kou
C
aanraking
D
geluid
Slide 9 - Quiz
De prikkel voor je neus is?
A
Licht
B
Geluid
C
Geur
D
Pijn
Slide 10 - Quiz
Op welke prikkel reageren je ogen?
A
Smaakprikkel
B
Lichtprikkel
Slide 11 - Quiz
een prikkel voor je oren is
A
geur
B
zwaartekracht
C
smaak
D
licht
Slide 12 - Quiz
Koude handen kun je opwarmen door een kop warme thee vast te houden
Met welk zintuig voel je de warmte?
En met welk zintuig de druk?
Tekst
Oog
Huid
Neus
Oog
Huid
Neus
Slide 13 - Drag question
Is geluid een prikkel voor je oren?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Hoe kunnen mensen hun omgeving waarnemen?
A
Zintuigen geven prikkels door naar hersenen
B
Door middel van ogen, oren, neus, mond en huid
C
De hersenen verwerken impulsen van zintuigen
Slide 15 - Quiz
Wanneer wordt je je bewust van een waarneming?
A
Als er een prikkel in je zintuig komt.
B
Als het impuls in de hersenen is verwerkt.
Slide 16 - Quiz
een prikkel is
A
informatie uit je omgeving
B
een zintuig
C
een impuls
D
een signaal
Slide 17 - Quiz
Wat is een impuls
A
Een signaal uit de omgeving
B
Een elektrisch signaal
C
Een elektrisch signaal dat door zenuwen gaat
D
Een signaal in de hersenen
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Video
Tastzintuig
Drukzintuig
Warmtezintuig
Koudezintuig
Pijnpunten
Slide 20 - Slide
De huid
Slide 21 - Slide
Hoornlaag en kiemlaag
Slide 22 - Slide
Hoornlaag en kiemlaag
Hoornlaag: beschermt tegen beschadiging/ziekteverwekkers en uitdroging
- slijt af.
Kiemlaag: Cellen schuiven naar boven
- bovenste laag gaat dood
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Talgklieren, zweetklieren en vet
- Talgklieren; maken talg, houdt haren en hoornlaag soepel.
- Zweetklieren: maken zweet, door verdamping hiervan koel je af.
-Vet; reservevoedsel en isolerende laag (houdt je warm).
Slide 25 - Slide
Doorbloeding
Heb je het te warm -> doorbloeding neemt toe -> bloedvaten wijder -> meer bloed erdoor -> bloed geeft warmte af -> je huid geeft dit aan de omgeving -> je koelt af
Te koud = andersom en je gaat rillen (spieren wekken warmte op)
Slide 26 - Slide
Beschadiging huid
Beschadiging huid -> bacteriën kunnen binnendringen (infectie)
Opperhuid kan herstellen.
Lederhuid niet.
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Ik kan de 5 zintuigen noemen. (leerdoel 1)
😒🙁😐🙂😃
Slide 29 - Poll
Ik kan de werking van zintuigen beschrijven. (leerdoel 2)
😒🙁😐🙂😃
Slide 30 - Poll
Ik kan de bouw en tenminste 2 functies van de huid benoemen (leerdoel 3).