*Begrijpend lezen H5 + H6, vwo 1

Welkom!

Vandaag: afronden H5, start H6 Lezen
Toets toetsweek: Lezen H1 t/m H6
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!

Vandaag: afronden H5, start H6 Lezen
Toets toetsweek: Lezen H1 t/m H6

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Na deze les kun je de verschillende tekstdoelen van een tekst herkennen. 

Na deze les kun je de doelen van illustraties bij teksten noemen. 

Slide 2 - Slide

Programma
- Herhalen theorie Lezen H5: tekstdoelen
- Bespreken opdracht 2 en 3 
- Aan de slag met opdrachten
- Korte pauze
- Uitleg theorie lezen H6: afbeeldingen bij teksten
- Aan de slag met opdrachten

Slide 3 - Slide

Tekstdoelen
Elke schrijver heeft een doel met zijn tekst. Dit betekent dat de schrijver iets wil bereiken met de tekst. Er zijn er vier.

Slide 4 - Slide

Begrijpend lezen H5
Het doel van een tekst

Slide 5 - Slide

Amuseren
De schrijver wil dat je je vermaakt.

Voorbeeld: boek, rap, strip, cartoon, mop, column

Slide 6 - Slide

Informeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt.

Voorbeeld: gebruiksaanwijzing, nieuwsbericht, instructie, verslag.

Slide 7 - Slide

Overtuigen
De schrijver wil dat je zijn mening overneemt.

Voorbeeld: ingezonden brief, betoog, column, recensie.

Slide 8 - Slide

Activeren
De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen.

Voorbeeld: reclamefolder, flyer, advertentie, uitnodiging.

Slide 9 - Slide

Voorbeelden van tekstsoorten
Amuseren: roman, rap, strip, cartoon, column, mop, kort verhaal
Informeren: gebruiksaanwijzing, instructie, verslag, studieboek, nieuwsbericht, artikel, folder
overtuigen: betoog, ingezonden brief, recensie, column
activeren: reclamefolder, advertentie, uitnodiging, affiche, flyer

Slide 10 - Slide

Bespreken huiswerk
Opdracht 2 en 3 op blz 132 - 133

Slide 11 - Slide

Opdracht 2
We bespreken vraag 1, 4, 5, 6, 9 en 10.

Slide 12 - Slide

1 (achtergrond)muziek in winkels
4 opmerkelijke uitkomsten van een onderzoek van Muziek Werkt (alle genoemd in alinea 2 en 3)
5 toelichtend
6 bijvoorbeeld
9 Mensen winkelen (en werken) prettiger bij muziek die hun een positief gevoel geeft.
10 informeren
Toelichting: De schrijver wil vooral dat je als lezer iets te weten komt (namelijk: dat mensen prettiger winkelen (en werken) bij muziek die hun een positief gevoel geeft).




Slide 13 - Slide

Opdracht 3
De antwoorden op de belangrijkste vragen komen zo in beeld. Kijk ze zelf na en verbeter ze als dat nodig is.

Klaar? Dan begin je aan opdracht 5.

Slide 14 - Slide

1 de productie en verkoop van bont / de bontindustrie 
4 omdat de bontindustrie voor zowel dieren als mensen problemen veroorzaakt
5 De alinea’s 2 en 3 gaan over dierenleed; de alinea’s 4 en 5 gaan over mensenleed.
6 (1) in het hok waarin ze worden gehouden (al. 2); (2) bij hun dood: in fokkerijen via elektrocutie of doodslag (al. 2) of in wildklemmen (al. 3); (3) bij het stropen van hun vel terwijl ze nog leven (al. 2); (4) bij hun vangst: in wildklemmen (al. 3)
7 (1) Dieren sterven in de wildklemmen een zeer pijnlijke dood. (2) Veel andere dieren worden per ongeluk meegevangen.
8 Bovendien
9 (1) de uitstootgassen van mest (stikstofoxide en ammoniak dragen bij aan de verzuring en de vorming van fijnstof); (2) de zware chemicaliën die gebruikt worden bij de bewerking en de kleuring van een vacht 
11 Het doel van deze tekst is overtuigen.
Toelichting: De schrijver wil dat de lezer net zo over de bontindustrie gaat denken als hij; misschien kun je zelfs zeggen dat het tekstdoel ‘activeren’ is, want de auteur roept (bont)consumenten op geen bont (meer) te kopen, alleen nog nepbont.

Slide 15 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 5 op bladzijde 135. Hier werk je de rest van het lesuur aan. Heb je het dan niet af? Dan kun je het straks afmaken. 

Slide 16 - Slide

 H6 Tekst en beeld

Slide 17 - Slide

Leerdoelen 
- Ik kan met behulp van aantekeningen een tekst beter begrijpen.

- Ik kan van afbeeldingen bij teksten aangeven welk doel ze hebben. 


Slide 18 - Slide

Quiz beeld en tekst:
* Bekijk de afbeeldingen en lees de teksten die erbij staan.
* Kies bij de tweede dia welk doel hierbij hoort.
* Je kunt steeds kiezen uit de 4 genoemde doelen (verfraaien, aandacht trekken, verduidelijken, aanvullen)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat is het doel van de afbeelding?
A
Verfraaien
B
Aandacht trekken
C
Verduidelijken
D
Aanvullen

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Wat is het doel van de afbeelding?
A
Verfraaien
B
Aandacht trekken
C
Verduidelijken
D
Aanvullen

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Wat is het doel van de afbeelding?
A
Verfraaien
B
Aandacht trekken
C
Verduidelijken
D
Aanvullen

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Wat is het doel van de afbeelding?
A
Verfraaien
B
Aandacht trekken
C
Verduidelijken
D
Aanvullen

Slide 27 - Quiz

Tekst en beeld

Slide 28 - Slide

Tekst lezen
* Blz. 162-163: H6 lezen, opdracht 2 "Jongere onderschat gevaar harde muziek"
* We bepalen eerst samen het onderwerp.
* Daarna lezen we de tekst samen en maken we klassikaal de opdracht. 
 

Slide 29 - Slide

Wat is volgens jou het onderwerp van deze tekst?

Slide 30 - Open question

Welk tekstverband herken je tussen de eerste en tweede zin van alinea 2? Vul achter het tekstverband het signaal waaraan je dit verband herkent.

Slide 31 - Open question

‘Van Deelen vindt dat echter hapsnapbeleid.’ (al. 2)
Leid uit de rest van alinea 2 en uit alinea 3 af wat ‘hapsnapbeleid’ is.

Slide 32 - Open question

‘[…], staat dat haaks op het beleid voor een duurzame inzet van werknemers.’ (al. 3)
Wat betekent ‘haaks staan op’?

Slide 33 - Open question

Wat bedoelt Van Deelen met ‘een duurzame inzet van werknemers’? (al. 3)
A
beleid om werknemers in een duurzame omgeving te laten werken
B
beleid om werknemers onder gezonde omstandigheden te laten werken
C
beleid om werknemers tot op hoge leeftijd te kunnen laten werken
D
beleid om werknemers voor een lange periode bij een bedrijf te laten werken

Slide 34 - Quiz

Op welk effect zou Van Deelen hopen als jongeren zich meer bewust worden van hun gehoor? Baseer je antwoord op alinea 4.

Slide 35 - Open question

Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren (=vermaken)

Slide 36 - Quiz

Wat is het doel van de afbeelding bij de tekst?
A
de tekst verfraaien
B
aandacht trekken
C
de tekst verduidelijken
D
de tekst aanvullen

Slide 37 - Quiz

Aan de slag!
Blz. 163-164: Maak opdracht 2, dit is huiswerk voor woensdag.

Heb je opdracht 5 van H5 nog niet af? Zorg dan dat je deze eerst afmaakt. Dit is ook huiswerk. 

Slide 38 - Slide