20240311 Toets toegepaste scheikunde deel 2

20240311 Toets toegepaste scheikunde deel 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

20240311 Toets toegepaste scheikunde deel 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen broeikaseffect en een versterkte broeikaseffect?
A
Broeikaseffect gaat alleen over CO2
B
Een versterkte broeikaseffect wordt veroorzaakt

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Door koolstofdioxide in de lucht is er het broeikaseffect.
Wat is het broeikaseffect?
A
Het afgeven van warmtestraling vanaf de zon naar de aarde.
B
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de ruimte naar de aarde.
C
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de aarde naar de ruimte.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Het 'gewone' broeikaseffect is hetzelfde als het versterkte broeikaseffect.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Het broeikaseffect is het opsluiten van hitte in de atmosfeer. Wat is niet waar over het broeikaseffect?
A
Door het broeikaseffect blijft de temperatuur stijgen waardoor er in de toekomst geen winters meer zijn
B
De hitte wordt opgesloten door broeikasgassen; met name C02 en de damp van H2O
C
Zonder het broeikaseffect zou er geen leven op aarde mogelijk zijn
D
Mensen voegen teveel kooldioxide aan de atmosfeer toe waardoor de temperatuur blijft stijgen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welke twee stoffen heb je nodig voor fotosynthese?
A
Zuurstof en water
B
Koolstofdioxide en water
C
Koolstofdioxide en glucose
D
Glucose en water

Slide 6 - Quiz

B
Welke stoffen komen er vrij bij fotosynthese?
A
Warmte + water
B
Zuurstof + water + lichtenergie
C
Zuurstof + glucose
D
Glucose + water

Slide 7 - Quiz

C
Welke stof(fen) komen NIET voor bij fotosynthese?
A
Glucose
B
Zuurstof
C
Eiwitten
D
Water

Slide 8 - Quiz

C
fotosynthese is een....
A
assimilatie proces
B
dissimilatie proces

Slide 9 - Quiz

A
Hoe noem je de tegenreactie van fotosynthese die in de nacht plaatsvind?
A
Assimilatie
B
Verbranding
C
Turgor
D
Verdamping

Slide 10 - Quiz

B
Wat is een ander woord voor assimilatie?
A
Verbranding
B
Fotosynthese
C
Bladgroenkorrel
D
Hemoglobine

Slide 11 - Quiz

B
Waaruit bestaat dierlijke mest?

Slide 12 - Open question

Onder deze mest valt alle mest van dieren die u op of in de grond gebruikt. Het gaat om:
uitwerpselen van dieren;
de geheel of gedeeltelijk verteerde maag- of darminhoud van dieren;
mengsels van strooisel met de uitwerpselen van dieren;
een product(mengsel) dat voor een deel uit dierlijke mest bestaat.
Wat is zuiveringsslib
Waaruit bestaat urine?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Noem twee voordelen van het scheiden van mest en urine.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Noem twee nadelen van het scheiden van mest en urine

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Waarom is loog het meest gebruikte reinigingsmiddel?
A
Goedkoop
B
Werkt snel
C
Verwijderd meest voorkomende vuil
D
Verwijderd verschillende soorten vuil

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
melkemmers schoonmaken
C
melksuiker verwijderen
D
kalk verwijderen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Noem twee voorbeelden uit de agrarische sector waarbij pH-waarde belangrijk is.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions