Oefenopgaven H8 - Tangens

Oefenopgaven H8
1 / 33
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Oefenopgaven H8

Slide 1 - Slide

Hierna volgen de opgaven. 
Na de opgaven staat de uitwerking op de volgende slide. 
Maak de opgaven in je schrift, werk ze geheel uit en denk aan hoe je berekeningen en uitwerkingen er moeten staan om zoveel mogelijk punten te krijgen.
Klik op de afbeelding van de uitwerking om deze geheel te zien.
Wanneer je vragen hebt over een opgave neem je contact op met de docent via teams (eigen kanaal of prive chat).

Slide 2 - Slide

Opgave 1
Bereken         in ∆ABC.
A

Slide 3 - Slide

Opgave 1
Klik op de afbeelding om het gehele antwoord te zien

Slide 4 - Slide

Opgave 2
Bereken de grote van            .
F

Slide 5 - Slide

Opgave 2

Slide 6 - Slide

Opgave 3
Een zweefvliegtuig wordt losgelaten op een hoogte van 100 meter. Het zweefvliegtuig komt 650 meter verder neer.
Wat is de hellingshoek van het zweefvliegtuig.
Maak eerst een schets en zet daar eventueel letters bij.

Slide 7 - Slide

Opgave 3

Slide 8 - Slide

Opgave 4
Bereken de lengte van QR.
Geef je antwoord in twee decimalen nauwkeurig.

Slide 9 - Slide

Opgave 4

Slide 10 - Slide

Opgave 5
Bereken de grote van BC. Rond af op één decimaal

Slide 11 - Slide

Opgave 5

Slide 12 - Slide

Opgave 6
Bereken de grote van BC. Rond af op twee decimalen.

Slide 13 - Slide

Opgave 6

Slide 14 - Slide

Opgave 7
De onderkant van de ladder staat 2 meter van de muur. De ladder maakt een hoek van 75º met de grond.
a. Maak een schets van de situatie en zet alle maten er bij.
b. Bereken hoe hoog de ladder tegen de muur aankomt in twee decimalen nauwkeurig.

Slide 15 - Slide

Opgave 7

Slide 16 - Slide

Opgave 8
Bereken de grote van          .
Q

Slide 17 - Slide

Opgave 8

Slide 18 - Slide

Opgave 9
Bereken de grote van          . 
E

Slide 19 - Slide

Opgave 9

Slide 20 - Slide

Opgave 10
a. Bereken de lengte van AC.
b. Bereken de grote van         in ∆ACE.

C

Slide 21 - Slide

Opgave 10

Slide 22 - Slide

Opgave 11
Mark staat boven op een toren op een hoogte van 48 meter. Zijn vriend Frank ziet Mark onder een hoek van 28º op de toren staan. 
Bereken hoever Frank van de voet van de toren staat.
Rond je antwoord af op 2 decimalen.

Slide 23 - Slide

Opgave 11

Slide 24 - Slide

Opgave 12
Bereken          in ∆CAG.
A

Slide 25 - Slide

Opgave 12

Slide 26 - Slide

Opgave 13
a. Bereken RT in twee decimalen nauwkeurig.
b. Bereken de grote van          in ∆RBT.
B

Slide 27 - Slide

Opgave 13

Slide 28 - Slide

Opgave 14
Nienke springt met een hangglider van een rots van 56 meter hoog.
Ze komt 800 meter verder op de grond terecht.
Bereken de hellingshoek in graden nauwkeurig.
Tip: Maak eerst een schets van de situatie.

Slide 29 - Slide

Opgave 14

Slide 30 - Slide

Opgave 15
Bereken de grote van          in ∆BEC.
E

Slide 31 - Slide

Opgave 15

Slide 32 - Slide

Verder oefenen?
Als je nog meer wilt oefenen kun je natuurlijk ook je boek gebruiken om nog meer opgaven te maken. Maak ook eventueel een al gemaakte opdracht nogmaals en kijk of je het nu wel zelf kunt.

Slide 33 - Slide