12/2 les 2 werken aan presentatie wie ben ik 1h

Afspraken met mentor
  • Elke les huiswerk- en materiaalcontrole --> niet in orde = schrijfwerk en nablijven
  • Kletsen tijdens de les = apart zitten
  • Niet luisteren na twee waarschuwingen = uitsturen en nablijven
  • Wijzigingen in plattegrond als dat nodig is
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Afspraken met mentor
  • Elke les huiswerk- en materiaalcontrole --> niet in orde = schrijfwerk en nablijven
  • Kletsen tijdens de les = apart zitten
  • Niet luisteren na twee waarschuwingen = uitsturen en nablijven
  • Wijzigingen in plattegrond als dat nodig is

Slide 1 - Slide

Spreken - presenteren

Slide 2 - Slide

Planning

  • Korte activiteit
  • Nakijken
  • Herhaling uitleg presentaties
  • Instructie/quiz
  • Werken 
  • Afsluiten

Slide 3 - Slide

Spelen met woorden: rebus
Geef iedereen de kans om de rebus op te lossen: roep je geen antwoorden door de klas, maar doe je het in je hoofd.
  • Bekijk eerst de rebus goed en probeer hem in je hoofd op te lossen (schrijf je antwoord eventueel even in je schrift op)
  • Schrijf je antwoord in de volgende sheet.
  • Denk aan hoofdletters en leestekens.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide


Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide


Slide 8 - Open question

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  • kan je vier dingen opnoemen die je moet doen om goed te presenteren;
  • heb je gewerkt aan je presentatie.


Slide 9 - Slide

Wat is belangrijk bij
een goede presentatie?

Slide 10 - Mind map

Presentatie 1 havo


Je gaat een presentatie houden bij Nederlands voor een s.o.-cijfer. Ter voorbereiding op de presentatie ga je een collage maken over jezelf. 


In de presentatie ga je in op de volgende vragen:• Wie ben je? Vertel iets over jezelf en je gezin.
• Waar wil je over vijf jaar staan?
• Wat ga je daarvoor doen of heb je daarvoor nodig?
• Wie zijn belangrijk voor je en waarom?
• Wat wil je met ons delen dat we nog niet van je weten?
• Waar ben je trots op en waarom?
• Wat vinden jouw dierbaren jouw mooiste karaktertrek en waarom?
• Wat heb jij nog te leren in het contact met anderen?

Slide 11 - Slide

Presentatie 1 havo

Verder is het belangrijk dat je denkt aan de volgende zaken:

• Stemgebruik. Praat duidelijk en hard genoeg. Probeer met variatie te praten.
• Houding. Sta rechtop, armen langs of voor je lichaam. Leun op beide benen, zodat je niet gaat wiebelen.
• Kijkrichting. Kijk je publiek aan: de docent én de andere leerlingen. Taalgebruik. Let op je taal: niet te moeilijke taal gebruiken, maar ook niet te populair doen.
• Iets laten zien. Verwijs naar je collage om zaken te laten zien of uit te leggen.
• Tijd. Je presentatie duurt ongeveer 5 minuten.

Slide 12 - Slide

Presentatie 1 havo

Als je niet kunt presenteren op het afgesproken lesuur, ben je automatisch de volgende presentatie les aan de beurt.

Heel veel succes met voorbereiden!

Slide 13 - Slide

Diapresentatie
Als je een onderwerp aantrekkelijk en overzichtelijk wilt presenteren, kun je een diapresentatie maken, bijvoorbeeld met PowerPoint of met Google Presentatie
  • Tijdens je verhaal laat je jouw collage zien. 
  • De belangrijkste punten in steekwoorden op een papiertje.
  • De collage ondersteunt je verhaal. 
  • Jij bent als spreker belangrijker dan de collage.

Slide 14 - Slide

Stappenplan maken collage
  1. Verdeel je onderwerp in deelonderwerpen  en noteer die in steekwoorden. Zie ook de paragraaf 

  2. Zoek dan voor elk deelonderwerp een aparte afbeelding.
  3. Ontwerp een dia met een beeldvullende achtergrondkleur (geen wit gebruiken)
  4. Plaats de afbeeldingen op een creatieve manier op een dia. Denk eraan dat er een logische volgorde  moet zitten, zodat de collage echt bij de presentatie past.

Slide 15 - Slide

Presentatie beoordelen

Bij sommige sprekers gaat het 
luisteren bijna vanzelf. Dat komt 
doordat een goede spreker zijn 
luisteraars op allerlei manieren helpt.

Slide 16 - Slide

Een goede spreker:
  • zegt in het begin wat het onderwerp is en hoe de presentatie is opgebouwd: Mijn moeder komt oorspronkelijk uit Ierland, waar ze elk jaar op 17 maart Saint Patrick’s Day vieren. Ik wil jullie graag iets vertellen over dit feest. Ik begin met het ontstaan van het feest. Vervolgens vertel ik hoe het feest tegenwoordig gevierd wordt en welke symbolen er bij het feest horen. Tot slot ga ik het nog hebben over andere plaatsen in de wereld waar het feest gevierd wordt.

Slide 17 - Slide

Een goede spreker:
  • geeft duidelijk aan wanneer hij overgaat op een ander deel van zijn presentatie: Saint Patrick’s Day is dus een typisch Iers volksfeest. Maar ook op veel andere plaatsen in de wereld wordt Saint Patrick herdacht. In Amerika bijvoorbeeld …

Slide 18 - Slide

Een goede spreker:
  • gebruikt woorden die de luisteraars begrijpen
  • spreekt rustig, duidelijk en niet steeds op één toon
  • staat rechtop en kijkt het publiek voortdurend aan
  • maakt zo nu en dan een grapje

Slide 19 - Slide

Presenteren: de fasen
Bij een presentatie vertel je iets aan een publiek. Je presenteert bijvoorbeeld een werkstuk, geeft een demonstratie of prijst een product aan.

  1. In de inleiding van een presentatie vertel je waarover je verhaal gaat en noem je kort de deelonderwerpen. 
  2. In het middenstuk geef je per deelonderwerp alle informatie die je kwijt wilt. 
  3. In het slot rond je duidelijk af, zodat de luisteraars weten dat je presentatie afgelopen is. 
  4. Je eindigt met een leuke slotzin en je vraagt daarna of je publiek vragen heeft.

Slide 20 - Slide

Presenteren: stappenplan voorbereiden
  1. Kies een onderwerp dat je leuk vindt of waarvan je veel weet.
  2. Maak een woordveld: noteer je onderwerp en schrijf eromheen allerlei woorden die met dat onderwerp te maken hebben. Kies minimaal drie punten waarover je meer wilt vertellen: dit zijn je deelonderwerpen.
  3. Bepaal per deelonderwerp wat je wilt vertellen en zoek zo nodig extra informatie. Zet de deelonderwerpen in steekwoorden op een spiekbriefje.Gebruik eventueel per deelonderwerp een klein kaartje.
  4. Bedenk hoe je je presentatie wilt beginnen en afsluiten. Denk na over een leuke introductie en een goede slotzin. Je kunt natuurlijk ook een diapresentatie maken (zie de paragraaf Schrijven van dit hoofdstuk).
  5. Oefen je presentatie hardop.

Slide 21 - Slide

Presenteren: de uitvoering
  • Spreek rustig en duidelijk, maar niet saai.
  • Kijk de klas rond; richt je blik niet op één persoon.
  • Sta rechtop; stop je handen niet in je zakken.
  • Lees je presentatie niet voor; gebruik het spiekbriefje als geheugensteuntje.
  • Maak je presentatie interessanter voor je publiek door dingen te laten zien.
  • Vraag aan het eind of je publiek vragen heeft en zo ja, beantwoord ze dan.

Slide 22 - Slide

Enthousiast spreken
Als je iets wilt verkopen of je wilt dat anderen meedoen aan iets wat je organiseert, dan moet je enthousiast spreken. 
Het doel is immers om iemand over te halen om iets van je te kopen of mee te doen met de actie.

Slide 23 - Slide

Zo spreek je enthousiast 
• Straal uit dat je het product of de actie zelf echt fantastisch vindt; dan kom je overtuigend over.
• Spreek verstaanbaar en op een opgewekte toon.
• Kijk je publiek aan en glimlach veel.
• Gebruik wervende bijvoeglijke naamwoorden als geweldig, fantastisch, ongelofelijk, super.
• Gebruik een slogan (een slagzin) die past bij het product of de actie.

Slide 24 - Slide

Collage maken
Maak een collage!
- Als je de vragen hebt uitgewerkt, ga je beginnen met je collage. 
- Dit gaat over jezelf; wie jij bent (zie opdracht)
- Zoek plaatjes op het internet op
die passen bij jou en de vragen over jezelf uit de opdracht. Ze vertellen iets over jou.
- Gebruik één dia inPowerPoint voor je collage of maak 'm op papier.
- De collage moet je presentatie ondersteunen en dus logisch te volgen zijn. denk bijvoorbeeld aan de volgorde van vertellen

Slide 25 - Slide

collage

Slide 26 - Slide

Werk voor de deze les (als er tijd over is) + huiswerk: 

Werken aan je presentatie.
- eerst de vragen uitwerken
- werken aan je collage
- presentatie uitschrijven
- presentatie oefenen
timer
5:00

Slide 27 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  • kan je vier dingen opnoemen die je moet doen om goed te presenteren;
  • heb je gewerkt aan je presentatie.


Slide 28 - Slide

Ik kan vier dingen opnoemen die ik moet doen als ik presenteer.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 30 - Open question

Feedback:
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders willen zien?

Slide 31 - Open question