11/4 Spreken en gesprekken + kijken en luisteren + hh schrijven H3 - Diapresentatie 1hv

Spreken en gesprekken
H3
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spreken en gesprekken
H3

Slide 1 - Slide

Planning
  • Korte activiteit
  • Instructie/quiz
  • Werken 
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Spelen met woorden: raadsels
Geef iedereen de kans om het raadsel op te lossen: roep je geen antwoorden door de klas, maar doe je het in je hoofd.
  • Lees eerst het raadsel en probeer hem in je hoofd op te lossen (schrijf je antwoord eventueel even in je schrift op)
  • Schrijf je antwoord in de volgende sheet.
  • Denk aan hoofdletters en leestekens.

Slide 3 - Slide

Wat heeft een duim en vier vingers maar leeft niet?

Slide 4 - Open question

Wat springt als het loopt en zit als het stilstaat?

Slide 5 - Open question

Welk woord van vier letters wordt korter als je er twee letters aan toevoegt?

Slide 6 - Open question

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  • weet je hoe een goede presentatie opgebouwd is 
  • weet je hoe je een presentatie moet voorbereiden
  • kan je een korte presentatie voorbereiden

Slide 7 - Slide

Schrijf drie dingen op die je
van de vorige les onthouden hebt.

Slide 8 - Mind map

Herhaling

Slide 9 - Slide

Diapresentatie
Als je een onderwerp aantrekkelijk en overzichtelijk wilt presenteren, kun je een diapresentatie maken, bijvoorbeeld met PowerPoint of met Google Presentatie
  • Tijdens je verhaal laat je dia’s zien. 
  • De belangrijkste punten in steekwoorden of in korte vragen.
  • De diapresentatie ondersteunt je verhaal. 
  • Jij bent als spreker belangrijker dan de dia’s.

Slide 10 - Slide

Stappenplan maken diapresentatie
  1. Verdeel je onderwerp in deelonderwerpen (minimaal drie, maximaal zes) en noteer die in steekwoorden. Zie ook de paragraaf Spreken en gesprekken van dit hoofdstuk.
  2. Schrijf op de eerste dia de titel en je naam.
  3. Zet op dia 2 de deelonderwerpen onder elkaar, zodat er een overzicht ontstaat.
  4. Ontwerp dan voor elk deelonderwerp een aparte dia.
  5. Schrijf als laatste de einddia met een slot en de zin ‘Zijn er vragen?’
  6. Print de dia’s en gebruik de print tijdens je presentatie als geheugensteuntje.

Slide 11 - Slide

Stappenplan dia maken
  • Schrijf in steekwoorden of gebruik korte vragen.
  • Gebruik een goed leesbaar lettertype.
  • Maak de dia niet te vol en niet te druk (niet meer dan vijf dots).
  • Gebruik afbeeldingen.
  • Houd tekst en afbeelding gescheiden.

Slide 12 - Slide

Presentatie beoordelen

Bij sommige sprekers gaat het 
luisteren bijna vanzelf. Dat komt 
doordat een goede spreker zijn 
luisteraars op allerlei manieren helpt.

Slide 13 - Slide

Een goede spreker:
  • zegt in het begin wat het onderwerp is en hoe de presentatie is opgebouwd: Mijn moeder komt oorspronkelijk uit Ierland, waar ze elk jaar op 17 maart Saint Patrick’s Day vieren. Ik wil jullie graag iets vertellen over dit feest. Ik begin met het ontstaan van het feest. Vervolgens vertel ik hoe het feest tegenwoordig gevierd wordt en welke symbolen er bij het feest horen. Tot slot ga ik het nog hebben over andere plaatsen in de wereld waar het feest gevierd wordt.

Slide 14 - Slide

Een goede spreker:
  • geeft duidelijk aan wanneer hij overgaat op een ander deel van zijn presentatie: Saint Patrick’s Day is dus een typisch Iers volksfeest. Maar ook op veel andere plaatsen in de wereld wordt Saint Patrick herdacht. In Amerika bijvoorbeeld …

Slide 15 - Slide

Een goede spreker:
  • gebruikt woorden die de luisteraars begrijpen
  • spreekt rustig, duidelijk en niet steeds op één toon
  • staat rechtop en kijkt het publiek voortdurend aan
  • maakt zo nu en dan een grapje

Slide 16 - Slide

Nieuwe lesstof

Slide 17 - Slide


Bekijk de afbeeldingen.

Welke van deze vier houdingen kun je het beste als starthouding kiezen als je een presentatie moet houden? Leg uit waarom je dat denkt.

Slide 18 - Slide

Welke van deze vier houdingen kun je het beste als starthouding kiezen als je een presentatie moet houden? Leg uit waarom je dat denkt.

Slide 19 - Open question

Presenteren: de fasen
Bij een presentatie vertel je iets aan een publiek. Je presenteert bijvoorbeeld een werkstuk, geeft een demonstratie of prijst een product aan.

  1. In de inleiding van een presentatie vertel je waarover je verhaal gaat en noem je kort de deelonderwerpen. 
  2. In het middenstuk geef je per deelonderwerp alle informatie die je kwijt wilt. 
  3. In het slot rond je duidelijk af, zodat de luisteraars weten dat je presentatie afgelopen is. 
  4. Je eindigt met een leuke slotzin en je vraagt daarna of je publiek vragen heeft.

Slide 20 - Slide

Presenteren: stappenplan voorbereiden
  1. Kies een onderwerp dat je leuk vindt of waarvan je veel weet.
  2. Maak een woordveld: noteer je onderwerp en schrijf eromheen allerlei woorden die met dat onderwerp te maken hebben. Kies minimaal drie punten waarover je meer wilt vertellen: dit zijn je deelonderwerpen.
  3. Bepaal per deelonderwerp wat je wilt vertellen en zoek zo nodig extra informatie. Zet de deelonderwerpen in steekwoorden op een spiekbriefje.Gebruik eventueel per deelonderwerp een klein kaartje.
  4. Bedenk hoe je je presentatie wilt beginnen en afsluiten. Denk na over een leuke introductie en een goede slotzin. Je kunt natuurlijk ook een diapresentatie maken (zie de paragraaf Schrijven van dit hoofdstuk).
  5. Oefen je presentatie hardop.

Slide 21 - Slide

Presenteren: de uitvoering
  • Spreek rustig en duidelijk, maar niet saai.
  • Kijk de klas rond; richt je blik niet op één persoon.
  • Sta rechtop; stop je handen niet in je zakken.
  • Lees je presentatie niet voor; gebruik het spiekbriefje als geheugensteuntje.
  • Maak je presentatie interessanter voor je publiek door dingen te laten zien.
  • Vraag aan het eind of je publiek vragen heeft en zo ja, beantwoord ze dan.

Slide 22 - Slide

Presenteren

Slide 23 - Slide

Werk voor deze les + huiswerk: 

Blz. 82/83, opdracht 1 (in tweetallen, dus ook bij het huiswerk!) en 2 

Wat niet af is = huiswerk
Stel de volgende les vragen over fouten die je niet begreep!
timer
20:00

Slide 24 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  • weet je hoe een goede presentatie opgebouwd is 
  • weet je hoe je een presentatie moet voorbereiden

  • kan je een korte presentatie voorbereiden

Slide 25 - Slide

Ik weet hoe een goede presentatie opgebouwd is.

😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik weet hoe ik een presentatie moet voorbereiden.

😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Slide 28 - Open question

Feedback:
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders willen zien?

Slide 29 - Open question