1bkt1 Woordenschat 1e klas (2)

Welkom

Schooltaal
Nederlands
Wat heb je nodig?

Laptop
Schrift + pen
timer
2:30
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom

Schooltaal
Nederlands
Wat heb je nodig?

Laptop
Schrift + pen
timer
2:30

Slide 1 - Slide

Maart 2024
Klas 1


Slide 2 - Slide

Waarom woordenschat?
Lesdoel:
Bewust worden van het belang van woordenschat
Betekenis van nieuwe woorden leren

Bij een onvoldoende woordenschat, wordt het moeilijk de les te volgen. Dat geldt niet alleen bij Nederlands, maar ook bij andere vakken.​

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Lezen 'Heimwee'
  2. Terugblik schooltaal en vaktaalwoorden
  3. Quizvragen
  4. ZW: opdrachten maken 
  5. Evaluatie

Slide 4 - Slide

Hoe kom ik achter een onbekend woord?
Stel: Jij komt een onbekend woord tegen. Welke manieren zijn er om achter de betekenis van dit woord te komen?


timer
1:30

Slide 5 - Slide

Lesdoel: Soorten woorden
Je kunt onderscheid maken tussen vaktaalwoorden en schooltaalwoorden

Slide 6 - Slide

Vaktaalwoorden

  • Het zijn woorden die je gebruikt bij een vak. Bijvoorbeeld begrippen die je alleen bij BIO, M&M: AK of GS en NL  tegenkomt. 
Schooltaalwoorden

  • Het zijn woorden die je tegen kan komen in elke les. Woorden die gebruikt worden op school. 
  • Het gevolg van ...
  • toon aan...

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat betekent ‘aan de slag gaan’?
A
bezig gaan
B
teruggaan
C
weggaan

Slide 9 - Quiz

Welke omschrijving past het best bij ‘het tijdstip’?
A
het horloge
B
het moment
C
het startpunt

Slide 10 - Quiz

Ik kreeg een bevestiging van de docent dat ik mijn onderzoeksopdracht goed heb gedaan.
Wat betekent 'bevestiging'?
A
compliment
B
de uitkomst is onjuist
C
de uitkomst klopt
D
vraag

Slide 11 - Quiz

Samen lezen tekst 
Tekst 1, Heimwee

Kom je een onbekend woord tegen?
Schrijf dit woord op.

Slide 12 - Slide

Lezen/ stappenplan
Stap 1: (oriënterend lezen)
Lees de titel, de eerste en de laatste alinea.
Waar denk je dat de tekst over gaat?
Stap 2: (globaal lezen)
Lees van elke alinea de eerste en de laatste zin en markeer de kernzin.
Stap 3: (precies lezen)
Lees de tekst helemaal en onderstreep woorden die je niet kent. Ga op zoek naar de betekenis met een woordraadstrategie.
Wat is het tekstdoel? ………………………………………………
Wat is de tekstsoort? ………………………………………………




Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Onbekende woorden
Welke ben jij tegengekomen?

Slide 15 - Slide

Verkeersleiders gezocht !

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Aan de slag .......
Je werkt aan de opdrachten van Woordenschat
$3 Verkeer
 (alleen online te maken)

Klaar? afmaken $2 Journaal



timer
20:00

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Donderdag heb je alle opdrachten van $2 Journaal en $4 Schooltaal gemaakt.

(huiswerk controle)


Slide 19 - Slide