Een baby leert veel van de omgeving door te imiteren (nadoen, nabootsen). Om iets na te doen, zal hij/zij eerst moeten kijken. De baby kijkt dus met de bedoeling te leren. Eigenlijk observeert hij/zij.
Later zal datzelfde kind moeten leren schrijven. Het kind kijkt goed naar de voorbeelden die in zijn/haar schrift staan en kopieert deze. Ook op dat moment is het kind bezig met observeren.