What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Par 1.3 Kerk en politiek
Par 1.3 Kerk en politiek d1
1 / 49
next
Slide 1:
Slide
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
This lesson contains
49 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Par 1.3 Kerk en politiek d1
Slide 1 - Slide
Lezen
Blz 26 en 28, stukjes confessionelen, wie was Abraham Kuyper, katholieke emancipatie, wie was Herman Schaepman en liberalen.
Slide 2 - Slide
Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen..
Slide 3 - Slide
Wat is een ander woord voor een land met een koning?
A
Keizerrijk
B
Republiek
C
Dictatuur
D
Monarchie
Slide 4 - Quiz
Een wijziging van een wetsvoorstel indienen.
Welk recht hoort daarbij?
A
Recht van amendement
B
Recht van Interpellatie
C
Recht van initiatief
D
Recht van motie
Slide 5 - Quiz
Welke politieke stroming wil minder macht voor de koning?
A
Conservatieven
B
Liberalen
C
Confessionelen
D
Socialisten
Slide 6 - Quiz
Sociale wetgeving staat bovenaan mijn 'to do' lijstje
A
Thorbecke
B
Koning Willem II
C
Troelstra
D
Kuyper
Slide 7 - Quiz
Bij welk recht hoort:
Een minister voor een spoeddebat naar de kamer roepen.
A
Recht van amendement
B
Recht van Interpellatie
C
Recht van initiatief
D
Recht van motie
Slide 8 - Quiz
In 1856 ging 5% van de bevolking in Nederland naar de stembus voor de Tweede Kamer. Waarom is het percentage zo laag?
A
De rest had geen vertrouwen in de politiek
B
Het aantal mensen in Nederland boven de 18 was heel laag
C
Dit kwam door het censuskiesrecht
D
Dit kwam omdat alleen de rijke mannen en vrouwen mochten stemmen
Slide 9 - Quiz
Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf.
Slide 10 - Slide
Herhalen
1848
Grondrechten
Parlement
Censuskiesrecht
Vakbond
Socialisme
Slide 11 - Slide
Emancipatie
Arbeiders richten hun eigen verenigingen, vakbonden, kranten en politieke partijen op.
Socialisten, katholieken en protestanten.
Zo konden ze beter opkomen voor hun belangen.
Slide 12 - Slide
Drie stromingen
Er zijn meerdere politieke stromingen: socialisten, liberalen en confessionelen.
Slide 13 - Slide
Confessionelen
Mensen die vanuit een geloofsovertuiging aan politiek doen noemen we confessionelen.
Confessionelen bestaan uit twee groepen:
Katholieken en de protestanten.
Slide 14 - Slide
Protestanten
1879: ARP, de Anti-Revolutionaire Partij.
Predikant Kuyper.
Christelijk.
Hoogste macht ligt bij god.
Aanhang onder boeren, winkeliers en arbeiders.
Kiesrecht voor het gezinshoofd: de man.
Slide 15 - Slide
Katholieken
Katholieken werden gelijkgesteld aan de protestanten.
Kerk had weer invloed in Nederland.
De katholieken richten in 1926 hun eerste politieke partij op.
RKSP.
Rooms-katholieke Staatspartij.
Herman Schaepman.
Veel aanhang in Zuid-Nederland.
Slide 16 - Slide
Liberalen
Tussen 1850 en 1900 veel liberalen in het parlement.
1885: Liberalen gaan zich verenigen: Liberale Unie.
Aanhang onder advocaten, dokters en rijke handelaren/fabriekseigenaren.
Slide 17 - Slide
Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..
Slide 18 - Slide
Bij welke stroming hoort de ARP?
A
Katholieken
B
Liberalen
C
Socialisten
D
Protestanten
Slide 19 - Quiz
Uit welke groepen bestaat het confessionalisme?
A
Liberalen en socialisten
B
Protestanten en liberalen
C
Protestanten en katholieken
D
Katholieken en liberalen
Slide 20 - Quiz
Van welke politieke stroming van Kuyper de leider?
A
Socialisten
B
Protestanten
C
Katholieken
D
Liberalen
Slide 21 - Quiz
Welke politieke partij richten de katholieken op?
A
PVV
B
Christenunie
C
CDA
D
RKSP
Slide 22 - Quiz
En nu?
Rustig aan de slag met de vragen van paragraaf 1.1 tm 1.3.
Slide 23 - Slide
Par 1.3 Kerk en politiek d2
Slide 24 - Slide
Lezen
Blz 28 en 30, stukjes schoolstrijd (alleen kader) en verzuiling.
Slide 25 - Slide
Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen..
Slide 26 - Slide
Welk recht? Ministers moeten aan de Kamer uitleggen waar ze het geld aan uitgeven.
A
Recht van initiatief
B
Recht van amendement
C
Recht van budget
D
Recht van interpellatie
Slide 27 - Quiz
Welke koning geeft Thorbecke toestemming om een nieuwe grondwet te schrijven?
A
Willem I
B
Willem II
C
Willem III
D
Willem V
Slide 28 - Quiz
Communisten
Sociaal-Democraten
Protestanten
Liberalen
Mensen die het verschil tussen arm en rijk op willen lossen met hulp van wetten.
Mensen die uit de bovenlaag van de samenleving komen, vaak fabrieksdirecteuren en winkeliers.
Mensen die het verschil tussen arm en rijk op willen lossen met een revolutie
Mensen die Nederland volgens de Bijbel willen regeren.
Slide 29 - Drag question
Wie is dit?
A
Thorbecke
B
Kuyper
C
Schaepman
D
Koning Willem II
Slide 30 - Quiz
ARP
RKSP
SDAP
Liberale Unie
Protestanten
Liberale Unie
Socialisten
Katholieken
Slide 31 - Drag question
Waar bestaat het parlement uit?
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Tweede Kamer en de koning
C
De koninklijke familie en de regering
D
De regering, Provinciale Staten en de Tweede Kamer
Slide 32 - Quiz
Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf.
Slide 33 - Slide
Emancipatie
Arbeiders richten hun eigen verenigingen, vakbonden, kranten en politieke partijen op.
Socialisten, katholieken en protestanten.
Zo konden ze beter opkomen voor hun belangen.
Slide 34 - Slide
Verzuiling
De bevolking raakte hierdoor wel verdeeld. Weinig tot geen contact met andere groepen.
Verzuiling:
Protestanten.
Katholieken.
Liberalen.
Socialisten.
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Video
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Onderwijs
Veel Nederlanders stuurden hun kinderen naar bijzondere scholen.
Bijzonder onderwijs = confessioneel onderwijs.
Vanaf 1848 mochten bijzondere scholen worden opgericht.
Slide 42 - Slide
Schoolstrijd
De regering wilde niet betalen voor de bijzondere scholen.
Liberalen vinden dat onderwijs openbaar moet zijn.
Alleen het openbare onderwijs kreeg geld van de overheid.
Liberalen en socialisten tegen de confessionelen.
Slide 43 - Slide
Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..
Slide 44 - Slide
Waar gaat de schoolstrijd over?
A
De liberalen willen graag dat de confessionele scholen ook betaald worden door overheid
B
De socialisten willen graag dat de openbare scholen ook betaald worden door de overheid
C
De katholieken en protestanten willen graag dat de confessionele scholen ook betaald worden door overheid
D
De socialisten willen graag dat de confessionele scholen ook betaald worden door de overheid
Slide 45 - Quiz
Wat is geen zuil tijdens de verzuiling?
A
Socialisten
B
Liberalen
C
Populisten
D
Katholieken
Slide 46 - Quiz
Wie staan er tegenover elkaar bij de schoolstrijd?
A
Socialisten/katholieken tegen de protestanten
B
Socialisten tegenover de liberalen
C
Liberalen tegenover de protestanten en katholieken
D
Liberalen/socialisten tegenover de katholieken/protestanten
Slide 47 - Quiz
Vanaf welk jaar mogen er in Nederland bijzondere scholen worden opgericht?
A
1840
B
1848
C
1887
D
1917
Slide 48 - Quiz
En nu?
Maak de vragen van paragraaf 1.1 tm 1.3.
Slide 49 - Slide
More lessons like this
1.3 Deel 2: Liberalen, conservatieven en confessionelen
March 2019
- Lesson with
24 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
5.4 Liberalen, socialisten en confessionelen
March 2023
- Lesson with
43 slides
geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Par 1.3 Kerk en politiek
September 2023
- Lesson with
24 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
3.3 Op weg naar kiesrecht voor iedereen
November 2019
- Lesson with
33 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
2.4 deel 2
September 2023
- Lesson with
21 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
1.3 Een verzuilde samenleving
October 2021
- Lesson with
27 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
2.4 Voor elk wat wils, 1848-1919
October 2023
- Lesson with
19 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
1.3
September 2020
- Lesson with
17 slides
geschiedenis
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4