What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Deviant Startrekenen 1F Hoofdstuk 9 Verhoudingen en breuken
Hoofdstuk 9
Verhoudingen en breuken
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
This lesson contains
29 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdstuk 9
Verhoudingen en breuken
Slide 1 - Slide
BREUKEN??
Hoofdstuk 6 : Breuken
Een
breuk
geeft een deling tussen twee getallen aan.
Breuken worden meestal gebruikt om een deel of gedeelte van het geheel aan te geven.
Slide 2 - Slide
BREUKEN??
Voorbeeld:
Slide 3 - Slide
9.1 Breuken als verhouding
Doel:
Je leert een verhouding opschrijven in een breuk en deze vereenvoudigen.
Slide 4 - Slide
9.1 Breuken als verhouding
Je kunt een verhouding tussen een totaal en een gedeelte daarvan als een breuk schrijven.
Voorbeeld:
3 van de 10 lampen zijn kapot ->
Slide 5 - Slide
9.1 Breuken als verhouding
Het kan ook andersom. Je schrijft dan een breuk op als een verhouding
Voorbeeld:
Slide 6 - Slide
9.1 Breuken als verhouding
Voorbeeld:
Verhouding : 3 op de 8 boeken is verkocht
Slide 7 - Slide
9.1 Breuken als verhouding
Als je een verhouding opschrijft als een breuk, moet je de breuk zo klein mogelijk maken ->
Vereenvoudigen
Voorbeeld:
Slide 8 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Doel:
- Je leert vermenigvuldigen met breuken
- Je leert een gedeelte van een breuk uit te rekenen
Slide 9 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Een deel van het geheel wordt vaak als een breuk opgeschreven. Je kunt dan het aantal berekenen dat bij dat deel hoort.
Slide 10 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Je kan dit doen door strepen
zetten:
een derde van de mokken is groen
Slide 11 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
een derde van de mokken is groen
- Zet de strepen
- kleur een derde
- tel de mokken
Slide 12 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Een deel uitrekenen van het totaal is hetzelfde als dat totaal vermenigvuldigen met de breuk.
Is de
teller
1 dan is delen door de noemer van de breuk voldoende. (delen door de onderste)
Slide 13 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Voorbeeld:
Er zitten 15 vogels in een kooi.
Een derde van deze vogels is een parkiet.
Hoeveel parkieten zitten er in de kooi
Slide 14 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Voorbeeld:
Stap 1 :
v van van 15 = x 15
Slide 15 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Voorbeeld:
Stap 1 :
v van van 15 = 15 : 3 =
Je deelt dus door de noemer / de onderste
Slide 16 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Is de teller groter dan 1, dan kun je een verhoudingstabel gebruiken. Dan kan dat op twee manieren uitgerekend worden.
Manier 1:
Er zitten 80 koeken in een doos. 3/4 is een gevulde koek. Hoeveel gevulde koeken zitten in de doos
gevulde koeken
3
totaal
4
Slide 17 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Er zitten 80 koeken in een doos. 3/4 is een gevulde koek. Hoeveel gevulde koeken zitten in de doos
gevulde koeken
3
totaal
4
80
Slide 18 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Er zitten 80 koeken in een doos. 3/4 is een gevulde koek. Hoeveel gevulde koeken zitten in de doos
gevulde koeken
3
30
60
totaal
4
40
80
Slide 19 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Is de teller groter dan 1, dan kun je een verhoudingstabel gebruiken. Dan kan dat op twee manieren uitgerekend worden.
Manier 2:
Gouden regel: Delen door de onderste (
noemer)
, keer de bovenste (
teller)
.
Slide 20 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Voorbeeld:
John heeft €100,- verdiend.
Hij zet 2/5 op een spaarrekening,
Hoeveel euro zet John op zijn spaarrekening?
Slide 21 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Gouden regel:
Delen door de onderste (
noemer)
, keer de bovenste
(teller)
.
is dus delen door
5
, keer
2
dus €100,- : 5 = €20,- -> €20,- x 2 = €40,-
Slide 22 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Je kan een breuk ook met een geheel getal vermenigvuldigen. Je doet door de breuk herhaald op te tellen.
3 x 1/4 =
1/4 + 1/4 + 1/4 = 3/4
Kan je vereenvoudigen?
Zo ja,
doen!!!
Slide 23 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
Je kunt een breuk omrekenen naar een decimaal getal.
Eerst een handig lijstje:
Slide 24 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
Je kunt een breuk omrekenen naar een decimaal getal.
Stap 1:
Reken de breuk om naar een breuk met de noemer 10 of 100
Stap 2:
Schrijf de breuk op als een decimaal getal
Slide 25 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
x2
= 0,2
x2
Slide 26 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
x25
3 75 75
- = ---- ---- = 0,75
4 100 100
x25
Slide 27 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
Je kunt een decimaal getal ook omrekenen naar een breuk.
dus andersom!
Stap 1:
Schrijf het decimaal getal als een breuk.
Stap 2:
Vereenvoudig waar nodig
Slide 28 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
0, 2 = =
Slide 29 - Slide
More lessons like this
Rekenondersteuning les 4
December 2024
- Lesson with
16 slides
Rekenen
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
9.2 Deel 3
May 2021
- Lesson with
11 slides
Rekenen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Rekenen met breuken
January 2025
- Lesson with
11 slides
Rekenen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
9.2 t/m 9.6
March 2022
- Lesson with
45 slides
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
9.2 t/m 9.6
March 2023
- Lesson with
50 slides
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Hoe studeer je G6 en G7
October 2023
- Lesson with
18 slides
Wiskunde
Secundair onderwijs
Startrekenen 1F H 9 verhoudingen en breuken les 2 en 3
September 2023
- Lesson with
12 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Startrekenen 1F H 9 verhoudingen en breuken les 2 en 3
October 2024
- Lesson with
12 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1