Als de teller van een breuk groter is dan 1, kun je met een verhoudingstabel uitrekenen welk aantal gelijk is aan de breuk.
Je moet de breuk dan eerst opschrijven als een verhouding.
Er zitten 80 koekjes in een doos
3/4 van de koeken is een gevulde koek
Hoeveel gevulde koeken zitten er in de doos?
Hoe schrijf je deze breuk op als verhouding?