Mavo 3 unité 3

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Mavo 3 unité 3

C'est la fête!

feesten

mettre

bijvoeglijknw / bijwoord

Wat betekent:
de vrije dag

1. le jour libre
2. le jour férié
3. la journée
4. libre journée

Wat betekent:
Le Nouvel An

1. Nieuw jaar
2. Oudejaarsdag
3. Kerst
4. Pasen

Wat betekent:
La fête nationale

1. Feestdag
2. Kerst
3. Nationale feestdag
4. Pinksteren

Wat betekent:
Le feu d'artifice

1. Vuurtje
2. Het vuurwerk
3. Kunst
4. Tekening

Wat betekent het werkwoord "mettre"?
Noem de 2 meest voorkomende

Wat betekent :
Tu mets le livre sur le bureau

Wat betekent:
Vous avez mis du sucre dans mon thé

Wat betekent:
Je mets la robe noire

Wat betekent:
Nous mettons la table à 18 heures

Waar staat:
Ik leg

1. Je mets
2. Je met
3. Tu mets
4. Tu met

Waar staat:
Wij zetten

1. Nous metons
2. Nous mis
3. Nous mettons
4. Nous avons mis

Waar staat:
ik heb gezet

1. Je suis mis
2. J'ai mets
3. J'ai mis
4. je suis mets

Wat betekent:
Les chaussettes

1. de schoenen
2. de sokken
3. de rokken
4. de broeken

Wat betekent:
La valise

1. de tas
2. de wagen
3. het geld
4. de koffer

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een........

Een bijwoord zegt iets over een ..........

Wat is het bijwoord van:
terrible

Wat is het bijwoord van:
directe

Wat is het bijwoord van:
Facile

Wat is het bijwoord van:
Sportif

Wat is het bijwoord van: sérieux

Wat is het bijwoord van:
Fou