What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Unité 3 - C'est la fête herhaling
Unité 3
C'est la fête
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Unité 3
C'est la fête
Slide 1 - Slide
Qu'est-ce qu'il faut apprendre pour le teste:
- culture
- vocabulaire (apprendres)
- grammaire: mettre, pouvoir, vouloir, bijwoord
Slide 2 - Slide
Wat betekent het werkwoord
POUVOIR
A
willen
B
kunnen
C
zien
D
doen
Slide 3 - Quiz
Wat betekent POUVOIR nog meer...
A
zetten
B
leggen
C
mogen
D
hebben
Slide 4 - Quiz
Je ...
(pouvoir)
A
pu
B
peut
C
peuvons
D
peux
Slide 5 - Quiz
Ils ...
(POUVOIR)
A
pouvent
B
peuvons
C
peuvent
D
pouvent
Slide 6 - Quiz
Il veut
A
Hij kan
B
Hij wil
C
Men zorgt
D
Jullie vinden
Slide 7 - Quiz
JE VOUDRAIS gebruik je als...
A
Je iets niet meent
B
Je iets netjes wilt vragen
C
Je er geen zin in hebt
D
Je het er niet mee eens bent
Slide 8 - Quiz
Wat kan het
werkwoord METTRE
betekenen
(geef zoveel mogelijk antwoorden)
Slide 9 - Mind map
Nu jullie: Sleep de juiste vorm van
mettre
in de
présent
naar de juiste persoonsvorm.
Mettre
: présent
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
mets
mettons
mettent
met
mets
mettez
Slide 10 - Drag question
Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord Mettre.
Je/j'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
mis
mis
mis
mis
mis
mis
avons
avez
ont
as
a
ai
Slide 11 - Drag question
Geef een voorbeeld van een zin met een bijwoord in het NL.
Slide 12 - Open question
Hoe maak je een bijwoord in het Frans?
A
Zet -e, s, of -es achter het bijvoeglijk naamwoord.
B
Zet -ment achter het bijvoeglijk naamwoord
C
weet ik
Slide 13 - Quiz
Waar kan een BIJWOORD iets over zeggen?
(hint: een zelfst.naamw. zegt iets over een bijv. naamw.)
Slide 14 - Open question
Tu parles VRAIMENT bien français.
VRAIMENT is een...
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 15 - Quiz
Rémy parle BIEN français.
BIEN is een...
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 16 - Quiz
Maak van AGRESSIF een bijwoord.
Slide 17 - Open question
... , mon chat dort sur le canapé.
(normal)
Welk bijwoord hoort hier te staan?
A
Normall
B
Normale
C
Normalement
D
Norment
Slide 18 - Quiz
Waar zegt het bijwoord wat over in de volgende zinnen?
Il court vite
Elle chante très bien.
Ils sont vraiment contents.
bijwoord
werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
Slide 19 - Drag question
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over:
een zelfstandig naamwoord
een werkwoord
een ander bijwoord
een ander bijvoeglijk naamwoord
Slide 20 - Drag question
Welk bijvoeglijk naamwoord hoort bij welk bijwoord?
bien
longtemps
gratuitement
mal
gratuit (=gratis)
bon (= goed)
mauvais (= slecht)
long (= lang)
Slide 21 - Drag question
Heb je vertrouwen in het proefwerk unité 4?
A
oui
B
non
C
un petit peu
D
je ne sais pas
Slide 22 - Quiz
Apprendre
Vocabulaire (quizlet)
Grammaire EXTRA
Diagnostische toets
Slide 23 - Slide
More lessons like this
LES over l'adverbe │ het bijwoord / Bama-Dnsc NIET gebruiken
April 2023
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Periode 3 SE stof totaal
March 2022
- Lesson with
45 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3,4
V5: Grammaire periode 2
January 2023
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Oefenen bijwoord H3
April 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Bijvoeglijknaamwoord + bijwoord
April 2024
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Klas 4 - Chapitre 2 - Grammaire A (l'adverbe)
November 2023
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4H - Chapitre 2 - Grammaire A (l'adverbe)
November 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4H - Chapitre 2 - Grammaire A (l'adverbe)
November 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4