HS 1 Vlakke figuren

HS 1 Vlakke figuren

1.1. Namen van vlakke figuren

Leerdoelen:

L1: Je kunt vlakke figuren benoemen

Vlakke figuren

• Lengte en breedte = 2D

Ruimtelijk figuren

• Lengte, breedte en diepte = 3D

"Tekentjes"

Symmetrie-as

Gelijke lengte

Gelijke hoeken

Rechte hoek

Evenwijdig

Leer theorie A: "Namen van vlakke figuren" uit je hoofd. blz. 59 en 60

Welk vlakke figuur is dit?

Welk vlakke figuur is het?

Welk vlakke figuur is het?

Welk vlakke figuur is het?

Welk vlakke figuur is het?

Welk vlakke figuur is het?

Welk vlakke figuur is het?

Aan de slag:

Wat?	maak som 1 t/m 8
Waar?	Bladzijde 59
Hulp?	- Theorie (boeken of aantekeningen) - buurman/buurvrouw - Docent
Klaar?	-Antwoorden nakijken en aanpassen -Testopgave blz. 60
Niet af?	Huiswerk volgende les

volgende les: breng maar een geodriehoek en reken machine

1.2. Hoeken berekenen in driehoeken

leerdoelen:

L2: Je kunt hoeken berekenen in driehoeken

 Herhaling

De driehoeken bij elkaar maken een rechte lijn

Weet je hoeveel graden de 3 hoeken bij elkaar zijn?

 Hoek berekenen in een driehoek

hoekensom driehoek = 

∠

180°

symbool van hoek is

Weet je hoeveel graden de 3 hoeken bij elkaar zijn?

de drie hoeken = gestrekte hoek (rechte lijn) = 180 graden

 Hoeken berekenen in driehoeken

Bereken!

Bereken betekent: 

NIET METEN

 Hoeken berekenen in driehoeken

Bereken!

Bereken betekent: 

NIET METEN

∠

D +

∠

E +

∠

F =

180°

Bereken!

Bereken betekent: 

NIET METEN

∠

D = 180 - 60 - 84 = 

∠

D = 36°

 Hoeken berekenen in driehoeken

 Hoeken berekenen in driehoeken

∠

Q = 180 - 55 - .... = 

∠

Q = ...°

 Hoeken berekenen in driehoeken

∠

Q = 180 - 55 - 90 = 

∠

Q = 35°

 Hoeken berekenen in driehoeken

Hoe groot in hoek T ?

1. 180 graden
2. 76 graden
3. 52 graden
4. 360 graden

U = 180 - 52 - 52 = 

∠

U = 76°

∠

Aan de slag:

Wat?	maak som 11 t/m 19
Waar?	Bladzijde 65
Hulp?	- Theorie (boeken of aantekeningen) - buurman/buurvrouw - Docent
Klaar?	-Antwoorden nakijken en aanpassen - Maak Testopgave
Niet af?	Huiswerk volgende les

Startopdracht:

Maak som 22 blz. 67

1.2: Hoeken berekenen in driehoeken

Aanpak:

1. Welke hoeken zijn er?
2. Welke hoeken weet je al?
3. Welke bijzondere tekens zien we
   en wat betekent dat?
4. Reken alle hoeken om de beurt uit
   en schrijf dit netjes op.
   (denk aan de haakjes)

Denk aan notatie van Hoek A1 en dergelijke.

Vergeet niet hoek C12.

Start met welke hoeken er zijn, welke zijn bekend en reken de rest uit.

1.2: Hoeken berekenen in driehoeken

Denk aan notatie van Hoek A1 en dergelijke.

Vergeet niet hoek C12.

Start met welke hoeken er zijn, welke zijn bekend en reken de rest uit.

1.2: Hoeken berekenen in driehoeken

Denk aan notatie van Hoek A1 en dergelijke.

Vergeet niet hoek C12.

Start met welke hoeken er zijn, welke zijn bekend en reken de rest uit.

1.2: Hoeken berekenen in driehoeken

Denk aan notatie van Hoek A1 en dergelijke.

Vergeet niet hoek C12.

Start met welke hoeken er zijn, welke zijn bekend en reken de rest uit.

1.2: Hoeken berekenen in driehoeken

Denk aan notatie van Hoek A1 en dergelijke.

Vergeet niet hoek C12.

Start met welke hoeken er zijn, welke zijn bekend en reken de rest uit.

1.2: Hoeken berekenen in driehoeken

Denk aan notatie van Hoek A1 en dergelijke.

Vergeet niet hoek C12.

Start met welke hoeken er zijn, welke zijn bekend en reken de rest uit.

1.2: Hoeken berekenen in driehoeken

Denk aan notatie van Hoek A1 en dergelijke.

Vergeet niet hoek C12.

Start met welke hoeken er zijn, welke zijn bekend en reken de rest uit.

1.2: Hoeken berekenen in driehoeken

Aanpak:

1. Welke hoeken zijn er?
2. Welke hoeken weet je al?
3. Welke bijzondere tekens zien we
   en wat betekent dat?
4. Reken alle hoeken om de beurt uit
   en schrijf dit netjes op.
   (denk aan de haakjes)

Denk aan notatie van Hoek A1 en dergelijke.

Vergeet niet hoek C12.

Start met welke hoeken er zijn, welke zijn bekend en reken de rest uit.

Aan de slag:

Wat?	maak som 22 t/m 24 som 8 Blz. 99
Waar?	Bladzijde 65
Hulp?	- Theorie (boeken of aantekeningen) - buurman/buurvrouw - Docent
Klaar?	-Antwoorden nakijken en aanpassen
Niet af?	Huiswerk volgende les

1.3 Driehoeken tekenen

Aan de slag:

Wat?	maak som 27 en 28
Waar?	Bladzijde 71
Hulp?	- Theorie (boeken of aantekeningen) - buurman/buurvrouw - Docent
Klaar?	-Antwoorden nakijken en aanpassen
Niet af?	Huiswerk volgende les

Aan de slag:

Wat?	maak som 36 en 42
Waar?	Bladzijde 73
Hulp?	- Theorie (boeken of aantekeningen) - buurman/buurvrouw - Docent
Klaar?	-Antwoorden nakijken en aanpassen
Niet af?	Huiswerk volgende les

1.4. Parallellogram en ruit

Leerdoelen:

Eigenschappen Parallellogram

Eigenschappen Parallellogram

- Overstaande zijden zijn evenwijdig

-Overstaande hoeken zijn even groot

Eigenschappen Parallellogram

- Overstaande zijden zijn evenwijdig.

-Overstaande hoeken zijn even groot.

Eigenschappen Parallellogram

- Overstaande zijden zijn evenwijdig.

-Overstaande hoeken zijn even groot.

- Overstaande zijden zijn even lang.

-Diagonalen delen elkaar middendoor.

Aan de slag:

Wat?	maak som 45 en 48
Waar?	Bladzijde 71
Hulp?	- Theorie (boeken of aantekeningen) - buurman/buurvrouw - Docent
Klaar?	-Antwoorden nakijken en aanpassen
Niet af?	Huiswerk volgende les