H1.3 Ademhalen

H1.3 Ademhalen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H1.3 Ademhalen

Slide 1 - Slide

Terugblik
Verbranding
Slokdarm en luchtpijp
Kraakbeenringen
Huig en het strotklepje
Longblaasjes en longvertakkingen

Slide 2 - Slide

Wat is de functie van het strotklepje bij het slikken?
A
sluit de neusholte af
B
sluit de slokdarm af
C
sluit de keelholte af
D
sluit de luchtpijp af

Slide 3 - Quiz

De kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt

Slide 4 - Quiz

Waarom zitten er kraakbeenringen in de bronchiën?
A
anders klappen de bronchiën dicht bij inademen
B
om mee te ademen
C
heeft geen echte functie
D
dit zijn spieren en zorgen voor de longbeweging

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van de neusharen?
A
Zij houden ieder deeltje tegen dat niet in de longen thuishoort.
B
De neusharen zorgen voor warmte in de neus.
C
De neusharen zijn ter bescherming voor neusvliesontsteking.
D
houden het snot tegen.

Slide 6 - Quiz

Wat ga je leren?
- Je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven.
- Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.
- Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

Slide 7 - Slide

Borst- en buikademhaling

Slide 8 - Slide

Aan de uiteinden van de vertakkingen van de bronchiën zitten longblaasjes. Rondom de longblaasjes zit een netwerk van kleine bloedvaatjes: de longhaarvaten.

Slide 9 - Slide

Gaswisseling
• Zuurstof uit de lucht wordt door de wanden heen opgenomen in het bloed.
• Koolstofdioxide uit het bloed wordt door de wanden heen afgegeven aan de lucht.

De opname van zuurstof en de afgifte van koolstofdioxide via de longblaasjes noem je gaswisseling. 

Slide 10 - Slide

De opname van zuurstof

Slide 11 - Slide

Afgifte van koolstofdioxide

Slide 12 - Slide

Zuurstof en koolstofdioxide
De lucht die je inademt, bevat veel zuurstof. In de longblaasjes gaat zuurstof uit de lucht naar het bloed. Het bloed vervoert de zuurstof naar de cellen. In de cellen wordt de zuurstof gebruikt voor de verbranding.

Bij de verbranding in de cellen ontstaat koolstofdioxide. De koolstofdioxide geeft af aan het bloed. Het bloed vervoert het koolstofdioxide naar de longen. Daar wordt het koolstofdioxide uit de longhaarvaten afgegeven aan de lucht in de longblaasjes. Daarna adem je de lucht uit. Zo wordt koolstofdioxide afgevoerd uit je lichaam. Ook het water.

Slide 13 - Slide

Ademhalingsspieren
Bij de ademhaling gebruik je de ademhalingsspieren. Dit zijn het middenrif, de buikspieren, de tussenribspieren en (als je diep inademt) de spieren bij het sleutelbeen. 

Met de borstkas en met de buik.

Slide 14 - Slide

Borstademhaling

Slide 15 - Slide

Buikademhaling

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Einde les
Maken: 
Opdracht 1 t/m 8 

Slide 18 - Slide