H1: De Voc in Indie

Bloei van de Republiek
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bloei van de Republiek

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
Leerdoelen
Aan het einde van deze lessen kan je uitleggen:
1. Het begin van de Europese expansie;

2. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie;

3. Enkele voorbeelden geven en beschrijven van de bescherming van monopoliepositie:


Slide 2 - Slide

Welke (tijds)volgorde is juist?
A
VOC - WIC - Oostzeehandel
B
Oostzeehandel - VOC - WIC
C
Oostzeehandel - WIC - VOC
D
VOC - Oostzeehandel - WIC

Slide 3 - Quiz

De VOC verhandelde vooral
A
Slaven
B
Aardappels
C
Specerijen
D
Melkproducten

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Map

Slide 6 - Slide

Oostzeehandel
  • Te veel mensen, te weinig voedsel
    - Graan importeren uit Oostzeegebied en verhandeld op stapelmarkt






Hollandse Fluitschepen

Slide 7 - Slide

Hoe wordt de Republiek rijk? 
  • Nederland heeft niet heel veel producten/grondstoffen

  • Oplossing: stapelmarkt.

  • Amsterdam wordt één grote marktplaats voor Europese producent

  • Het doel was geld verdienen door middel van handel: handelskapitalisme

Slide 8 - Slide

Eerste Nederlanders in Azië
  • Cornelis de Houtman komt in 1596 als eerste Nederlander in Oost-Indië aan


  • Toch is het doel bereikt: een route via Kaap de Goede Hoop is bewezen

Slide 9 - Slide

Specerijen
  • Erg interessant, meer smaak, langere houdbaarheid, medicijn.

  • Groeit alleen in Zuidoost-Azië.

  • Door lange route, met veel tussenhandel zijn specerijen peperduur.

Slide 10 - Slide

Nieuw probleem!
  • Steeds meer Nederlandse bedrijven (compagnieën) gaan naar Indië varen.

  • Hierdoor ontstaat veel concurrentie tussen Nederlanders onderling

  • De prijs van de specerijen daalt hierdoor snel, de winst dus ook

Slide 11 - Slide

Handelsmonopolie
  • Uitschakelen van concurrenten

  • Bouwen van handelposten

  • Contracten met inheemse vorsten

  • Opbouwen van handelsnetwerk in Azië

  • Indien nodig: veel geweld

Slide 12 - Slide

Jan Pieterszoon Coen
  • Berucht vanwege het gebruik van geweld

  • Vermoorden of verbannen van de bevolking van de Banda-eilanden

  • Hongitochten, speciale strafexpedities om smokkelen tegen te gaan

Slide 13 - Slide

Welke produkten horen bij de VOC?
VOC

Slide 14 - Drag question

Hieronder staan vier zinnen die te maken hebben met het einde van de VOC. Geef van elke zin aan of het  een oorzaak of een gevolg is van het einde van de VOC. Sleep de zinnen naar de juiste plek.







Oorzaken
Gevolgen
De VOC had grote concurrentie vanEngeland.
Door de vierde Nederlands-Engelse oorlog had de VOC geen inkomsten meer.
De VOC voerde een slecht financieel beleid.
De bezittingen van de VOC kwamen in handen van de Nederlandse staat.

Slide 15 - Drag question

3. Welke bevoegdheden had de VOC? Noem er 5.

Slide 16 - Open question

Waar staat de afkorting VOC voor?

Slide 17 - Open question

Inter-Aziatische handel
  • De VOC bracht goud & zilver mee en kocht in China zijde, thee en porselein -> deel v.d. zijde werd verkocht in Japan voor zilver. 
  • In India kochten ze katoen in voor Indonesië -> daar kochten ze specerijen.
  • Naar de Republiek brachten schepen de goederen terug en maakten veel winst.
  • Door factorijen niet nodig om grote gebie-den te veroveren; De VOC sloot verdragen met plaatselijke vorsten. Gebeurde ook vrijwillig, vaak onder dwang (VOC,oorlog)

Slide 18 - Slide