bijles bs1 en bs 2 regeling en homeostase

Regeling en homeostase 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Regeling en homeostase 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Regelkring
-Sensor

-Controlecentrum

-Uitvoerder (effector)

Slide 3 - Slide

Normwaarde en dynamisch evenwicht

Slide 4 - Slide

Wat is de normwaarde bij het voorbeeld van de verwarming?
A
De hoeveelheid die je stookt
B
Het verbruik van gas
C
De gewenste kamertemperatuur
D
Het controlecentrum

Slide 5 - Quiz

Wat zijn omstandigheden in het lichaam die gelijk worden gehouden?

Slide 6 - Mind map

Regelkringen in het menselijk lichaam
  • Bloedsuikerspiegel
  • Temperatuur
  • Zuurstofconcentratie
  • Osmotische waarde
  • Hormoonspiegels 

Slide 7 - Slide

Het bloedsuikerspiegel van mensen zit rond de 6,1 mmol/l. Dit is een voorbeeld van:
A
Normwaarde
B
Dynamisch evenwicht
C
Regelkring
D
Feedback

Slide 8 - Quiz

Homeostase
Handhaving van een bepaalde waarden Normwaarde om een
Dynamisch evenwicht (37 graden lichaamstemperatuur) te behouden doormiddel van een Regelkring

Slide 9 - Slide

Homeostase = Het in stand houden van een dynamisch evenwicht in het inwendig milieu van organismen

Slide 10 - Slide

Terugkoppeling
Negatieve terugkoppeling: als het proces geremd wordt door een toename van het resultaat (hogere temperatuur remt verwarming)
Positieve terugkoppeling: als het proces versterkt wordt door een toename van het resultaat (hogere temperatuur zet verwarming nog harder aan)

Slide 11 - Slide

negatieve terugkoppeling
positieve terugkoppeling
Wanneer een toename van het resultaat van een  proces, het proces versterkt
Wanneer een toename van het resultaat van een  proces, het proces remt

Slide 12 - Drag question

Gedrag kan bijdragen aan homeostase, het constant houden van de omstandigheden in het inwendige van het organisme.  -> Zet de woorden op de juiste plaats. 
Een 
 
leidt tot een interne prikkel.
De sterkte van inwendige en uitwendige prikkels bepaalt de 
 
 om een 
 
 uit te voeren.
Dit zorgt dan voor 
 
.
Effectief gedrag is zo onderdeel van een 
 

afwijking van de normwaarde
positieve terugkoppeling
externe prikkel
motivatie 
gedragssysteem
herstel van de  normwaarde
negatieve terugkoppeling

Slide 13 - Drag question

Teelballen
Hypothalamus
Hypofyse
+
+
-
-
+
+

Slide 14 - Drag question

Ik kom chagrijnig de klas in en begin zo de les. Jullie vinden het maar niks en beginnen vervelend te doen. Ik wordt nog chagrijniger en stuur er iemand uit. Dit is een voorbeeld van...
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Waarom valt de lucht in je longen en de inhoud van je darmen tot het uitwendig milieu?

Slide 17 - Open question

Wat hoort niet bij het inwendig milieu?
A
Bloedplasma
B
De binnenkant van je darmen
C
De binnenkant van je longen
D
Weefselvloeistof

Slide 18 - Quiz

Binas 89A. Wat is de volledige naam van het hormoon GH?

Slide 19 - Open question

Binas 89A. Welke hormonen worden NIET door de hypofyse gemaakt?
A
LPH en LTH
B
oxytocine en ADH
C
FSH en LH
D
GRH en CRH

Slide 20 - Quiz

Binas 89A. Wat is de functie van FSH bij mannen?
A
vorming van zaadcellen
B
geen functie - mannen hebben geen FSH
C
afgifte van oestradiol
D
follikelgroei

Slide 21 - Quiz

Kijk in Binas tabel 89A. Uit welke twee delen bestaat de hypofyse?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Video

Cellen in de alvleesklier 
die hormonen maken
Stoffen in het bloed die de werking van bepaalde organen regelen
Hormoon dat in de 
bijnieren wordt gemaakt
Klieren die adrenaline maken
Orgaanstelsel in het lichaam dat uit een aantal hormoonklieren bestaat
eilandjes van Langerhans
hormonen
adrenaline
hormoonstelsel
bijnieren

Slide 24 - Drag question

Insuline
Glucagon
Glucose
Glycogeen

Slide 25 - Drag question

Insuline
Glucagon
Glucose-gehalte stijgt
Glucose-gehalte daalt

Slide 26 - Drag question

Glucose
Glycogeen
Glucagon
Insuline

Slide 27 - Drag question

Ik kan uitleggen wat homeostase is
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Ik weet hoe een regelkring werkt
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Ik snap het verschil tussen een positieve en negatieve terugkoppeling
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz