Module 4 - assertiviteit

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Doel

Je leert wat het belang is van assertief gedrag

De manieren van reageren, sub-assertief / assertief en agressief.

Oorzaken van een gebrek aan assertiviteit. 

Onderwerpen

12 Opkomen voor jezelf

12.1 Inleiding

12.2 Het belang om voor jezelf op te komen

12.3 Drie manieren van reageren

12.4 Oorzaken van een gebrek aan assertief gedrag

12.5 Belang van assertief reageren

Voorbeelden

Een cliënt slaat telkens een arm om je heen. Jij hebt dit liever niet.

Je collega is ziek en jij wordt deze maand voor de derde keer gebeld of je een keer een extra dienst wil draaien. 

Wanneer vind jij het moeilijk om voor jezelf op te komen?

Sub assertief

Assertief

Agressief

Je geeft niet je eigen mening

je bent voorzichting met kritiek

Je wacht af wat anderen vinden

Je maakt je eigen belangen duidelijk

je geeft de ander de ruimte om zich te uiten

Je durft initiatief te nemen

Je bent overtuigd van jezelf. 

Je kan de ander overheersen

Wat gebeurt er als je niet voor jezelf op komt tijdens het werk?

Als je assertief bent...

1. Geef je je grenzen niet aan.
2. Denk je alleen aan de ander.
3. Denk je alleen aan jezelf.
4. Denk je aan jezelf en de ander.

Jessy zegt vriendelijk, maar ook duidelijk tegen haar cliënt, dat ze niet wil dat hij haar op de mond zoent.

1. betrokkenheid
2. assertiviteit
3. integriteit
4. representativiteit

In gesprek met de praktijkbegeleider hangt de stagiaire onderuit in een stoel en kijkt voornamelijk naar de grond. Ook is de stagiaire niet echt spraakzaam. De praktijkbegeleider stoort zich hieraan. Welke beroepshouding moet de stagiaire nog ontwikkelen?

Meerdere antwoorden zijn mogelijk.

1. betrokkenheid
2. inlevingsvermogen
3. representativiteit
4. assertiviteit

Je staat in de rij bij de supermarkt en iemand dringt voor. Niet fijn, want je hebt haast! Wat is een assertieve reactie?

1. Je baalt, maar zegt niks.
2. Je wordt heel boos en begint te schreeuwen.
3. Je zegt op een nette manier dat jij ook in de rij stond.
4. Je begint met andere klanten te praten over asociale gedrag.

Je werkgever vraagt of je kan werken vanavond. Eigenlijk ben je erg moe en wil je niet. Wat is subassertieve reactie?

1. Je zegt ja, maar je meldt je de volgende dag 'ziek'
2. Je zegt 'haha bekijk het maar
3. Je gaat alsnog werken, want je bent bang voor zijn reactie.
4. Je zegt dat het je helaas niet gaat lukken vanavond.

Oorzaken

Bescheidenheid

Angst

Te hoge verwachtingen

Verlegenheid

Schuldgevoelend

Sterk plichtsbesef

Geen eenling willen zijn

Bewuste keuze

Belang van assertiviteit

Assertief reageren

• Laat duidelijk en rustig horen wat je wilt of niet wilt
• Gebruik de ik-vorm
• Geef aan waarom je iets wilt of niet wilt. (eventueel)
• Geef suggesties voor een oplossing of zoek samen
• Houd het kort!!

Opdrachten

Verwerkingsopdrachten 6.12

Opdracht 1 t/m 6 

Opdracht 2 en 5 maken en klassikaal bespreken.

Praktijksituatie - Elise ziet op tegen haar eindgesprek

Test je kennis over assertiviteit

Nieuwe periode 4:

Nakijken: opdrachten 7.15 (nieuwe periode)

Test je kennis: Zelfreflectie